zondag 30 december 2012

Huis

Enkele dagen rust in ons vakantiehuisje in de Morvan. We voelen er ons thuis, een beetje toch. Wanneer wordt een huis een thuis? Het is een oude vraag, en vaak heeft het weinig met het huis zelf te maken.

Ergens thuis komen, ergens thuis zijn, een thuis hebben, ergens thuishoren. Het zijn uitdrukkingen die meer verwijzen naar mensen dan naar stenen.

Een echte thuis heb je maar op één plek. Wereldreizigers kunnen zich op vele plaatsen thuis voelen, maar dat gevoel volstaat niet. Er is maar die ene plek.

Het is een levenswerk, die thuis. Het begint met het huis, maar dat is slechts een begin. Het duurt jaren voor een boom diep geworteld is. Een mens heeft geen wortels, hij heeft benen, gelukkig maar. Het is met die benen dat een mens zich - al gaande - gaat wortelen.

In onze drang naar onafhankelijkheid durven we hierbij gemakkelijk twee vergissingen maken. De eerste is om te veel te gaan, de tweede is om er te laat aan te beginnen.

Als jonge volwassene waren we blij op eigen benen te kunnen staan, weg uit het nest van de ouders. Tijd om de onafhankelijkheid te vieren en de nodige zelfstandigheid te kweken. Anderzijds moet er na verloop van tijd ook gewerkt worden aan een nieuwe verbondenheid, een nieuwe afhankelijkheid.

De thuis is het symbool van de twee aspecten. Symbool van onafhankelijkheid, want het is een 'eigen' thuis. En symbool van afhankelijkheid, want er is de verbondenheid met de mensen die op dezelfde paar vierkante kilometer hun thuis hebben.

Die verbondenheid, gegrondheid, afhankelijkheid is soms moeilijk. Je ergens vestigen is kiezen voor één plek, wetende dat de keuze zo uitgebreid is. Er zijn immers in de wereld veel mooie plaatsen om te wonen. Een plek kiezen is ook de mensen aanvaarden die er al wonen of nog komen wonen, en dat zijn doorgaans gewone mensen. Terwijl we net op zoek zijn naar 'interessante' mensen...

Redenen genoeg dus om het bouwen van een thuis wat uit te stellen. Ik moet dan denken aan het gedicht van Rainer Maria Rilke uit 1902, Herfstdag.
Heer, het is tijd
de zomer was groots
leg nu uw schaduwen op de zonnewijzers
en laat de winden op de velden vrij
beveel de laatste vruchten rijp te zijn
schenk ze nog twee zuidelijker dagen
spoor ze tot volmaaktheid aan
en jaag hun laatste zoetheid in zware wijn
wie nu geen huis heeft
bouwt er zich geen
wie nu alleen is
zal het lang nog blijven
zal waken, lezen, lange brieven schrijven
en zal door de lanen heen en weer onrustig dwalen
als de bladeren die doelloos drijven.
Wie in de herfst van zijn leven geen huis heeft...

Het is een hele opdracht die thuis te bouwen, een plaats te hebben in een gemeenschap waar je gekend bent, waar je mag zijn wie je bent, waar je het gevoel hebt erbij te horen, meer zelfs, waar je er gewoon bij hoort. Het kan niet overal, en het kan niet altijd.


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

zondag 23 december 2012

Stilte

Deze kerstdagen zitten vol tegenstrijdigheid. Het zou een tijd moeten zijn van verstilling, rust en eenvoud. Maar er is tegelijk die feestelijkheid die ons uitnodigt om uitbundig in de weer te zijn met familie en vrienden.
In De Tijd van zaterdag 22 december zit - hoera - een ganse bijlage over stilte. Heerlijk om te lezen op een vroege zondagmorgen. Ik lees eerst het gedicht van Judith Herzberg dat rechtsonder verscholen staat.
Mijn vader had een lang uur
zitten zwijgen bij mijn bed.
Toen hij zijn hoed had opgezet
zei ik, nou, dit gesprek
is makkelijk te resumeren.
Nee, zei hij, toch niet,
je moet het maar eens proberen.
Zo ben ik helemaal in de goede stemming. Stilte heeft veel te maken met ons onvermogen om alleen te zijn en niemand te hebben om mee te praten. Onvermogen ? Of is er meer aan de hand als we in onze huizen en bedrijven liefst grote ruimtes maken, zonder muren, zonder gelegenheid tot afzondering, stilte en alleen-zijn ? Susan Cain noemt het "extraverte" woningen in haar boek "Quiet".
De filosoof Jean-Paul Sartre zei:
Als je je eenzaam voelt als je alleen bent, bevind je je in slecht gezelschap.
We zijn met zijn allen meer individualist geworden, onder het oude juk uit van de sociale druk van de gemeenschap waarin we leefden: dorp, familie, kerk. Goed, maar in deze tijd van toenemend individualisme wordt het alleen willen zijn blijkbaar minder getolereerd.


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

vrijdag 7 december 2012

Wie braaf is krijgt lekkers

Sinterklaas is terug naar huis. Tot gisteren moesten we braaf zijn, althans indien we de hoop koesterden een geschenk van hem te krijgen. Vandaag kunnen we de riem wat losser trekken.

Rik Torfs vroeg het zich af in De Standaard van donderdag 6 december, wat het betekent om braaf te zijn, om je behoorlijk te gedragen.
Voor een kind gaat het om goede tafelmanieren of maat houden bij het sarren van broertjes en zusjes. Voor iets ouderen is het zaak de medemens zo niet te helpen dan toch te ontzien, gezagsdragers met argwaan te bejegenen en de herauten van de waarheid als beunhazen te ontmaskeren.
Zoals Rik Torfs het beschrijft is braaf zijn plezanter haast dan stout.

Ondanks deze vaststelling zijn er genoeg mensen die Sinterklaas al lang in een doos naar de kelder hebben afgevoerd. Ze verkiezen nuchterheid, realisme. Met plezier ontmaskert Torfs deze houdingen.
Wat voor nuchterheid doorgaat, is vaak het begraven van de droom, het fnuiken van al te hoge verwachtingen, waardoor mensen nog voor ze oud zijn een vreselijke eigenschap ontwikkelen: realisme. Realisme geeft iemand het recht om zich neer te leggen bij een onbevredigende werkelijkheid die er mits een beetje meer vuur en verbeeldingskracht compleet anders uit kon zien.
Sinterklaas is terug naar huis. Maar hij heeft ons vandaag een sneeuwtapijt cadeau gedaan. Ik wed erop dat die sneeuw voor onze nuchtere en realistische medeburger een voldoende reden is om niet blij te zijn. Hopelijk blijft hij zich wel behoorlijk gedragen.


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :