zondag 20 januari 2013

De wijn is op

Sneeuw is er vandaag genoeg, maar op de bruiloft in Kana was de wijn opgeraakt.
Het verhaal is bekend, althans het wonder dat we oppervlakkig kennen en niet weten te verklaren. Hoe kan water in wijn veranderen?
Toch gebeurt het meer dan we denken, dat de wijn op is.

Zonder wijn zitten. De vreugde in het leven die opgedroogd is. De energie die weg is. Alleen water is er nog. De wijn doet ons lachen en dansen, geeft sterkte en vriendschap. De wijn laat de zon schijnen, alles groeit en bloeit. Maar als er enkel nog water rest dan zien we de zon niet meer, is alles somber en uitgeblust, nat en grijs.

Het kan gebeuren dat onze wijn is opgeraakt, dat we leeg zijn, dat we het niet meer zien zitten. Dat onze dagen van blijdschap en plezier een valse herinnering schijnen te zijn. Dat feesten onmogelijk lijkt. Onze dagelijkse gang is loodzwaar geworden en onze rug staat wat krom. Zelfs onze naasten zijn ons eerder een last dan een steun. Niets smaakt ons nog. 's Nachts wil de slaap niet komen, overdag willen we slapen.
Er bestaan wetenschappelijke namen voor: depressie, burn-out. Maar uiteindelijk betekent het: de wijn is op.
Het leven is geen leven meer. Vanaf hier is het best om te zwijgen, elk spreken maakt het maar erger.

En toch. Als we verder spoelen naar het einde van het verhaal, dan lezen we dat er opnieuw wijn is. Straffer zelfs: u hebt de beste wijn bewaard tot het laatst. De wijn is beter!

Tussen die troosteloze diepte en de betere wijn is er een wonder gebeurd. Na het smakeloze water is er uiteindelijk weer heerlijk smakende wijn.

Het is een wonder dat nauwelijks te verklaren is. Maar misschien geeft de tekst van Johannes enkele aanwijzingen.

Maria heeft het probleem opgemerkt, zij heeft gezegd: De wijn is op. Hoe belangrijk is het dat iemand het probleem opmerkt, het onder woorden brengt, er mee naar buiten komt, niet de andere kant opkijkt... Wanneer zijn we zelf in staat om te kunnen zeggen: de wijn is op, ik kan niet meer... Wat betekent het voor ons om het te kunnen uitspreken?

Maria krijgt een onthutsend antwoord van haar zoon: Wat heb ik daarmee te maken? Krijgen we soms een afwijzend antwoord op onze vraag om hulp, zelfs van wie we het helemaal niet zouden verwachten, zelfs van de enige op wie we nog hoop hadden gesteld? Is het wel een afwijzing? Of hebben we het enkel maar zo begrepen...

Wat hij u ook beveelt, doe het maar, zegt Maria tegen de dienaren. Vertrouwen is niet gemakkelijk, zeker als je niet begrijpt waarom of waartoe. Wanneer zijn we klaar om te aanvaarden: doe het maar... Wanneer zijn we bereid om hulp te aanvaarden? Wanneer hebben we (terug) vertrouwen in een ander?

Doe de bakken vol water. Veel water, zes bakken vol, tot aan de rand. Water, smakeloos, troosteloos. De grijsheid, de tristesse, de tranen, de neerslachtigheid. Moeten eerst zes immense kruiken daarmee gevuld worden? Tot aan de rand? Hoe lang duurt dat? Heb ik dat geduld?

Schep er nu wat uit om de tafelmeester te laten proeven. Wat voor zin heeft het, proeven van zes volle vaten tristesse en tranen. Hoeveel moed vraagt het, om net van die kruiken te gaan proeven?

U hebt de beste wijn bewaard tot het laatst. Is dit een wonder?



Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

zondag 13 januari 2013

Armoede - Gehoorzaamheid - Stabiliteit

Er zijn momenten wanneer we niet meer weten welke richting we uit moeten omdat er zoveel tegenstrijdige keuzes mogelijk zijn. Alles kan, alles mag. Is er dan tussen heel het aanbod misschien toch een richting die meer zin heeft, meer toekomst inhoudt ?

Annemie Struyf heeft er ook over nagedacht. In dS Weekblad van zaterdag 12 januari zegt ze:
Als je mij vraagt naar wie ik afgelopen jaar het meest heb opgekeken, dan zijn dat de trappistinen in Brecht, hoewel hun leven haaks staat op het mijne en ze een traditie in ere houden die ik overboord heb gegooid. Maar ze staan voor waarden die in onze maatschappij nog zelden van tel zijn en die zij als een vlammetje proberen te koesteren. Hun gelofte van armoede in een wereld die zo op welstand is gericht. Hun gelofte van gehoorzaamheid in een maatschappij waarin wij zo gestimuleerd worden assertief te zijn, ons eigen ding te doen. Hun gelofte van stabiliteit in een samenleving waarin wij naast elke keuze een vluchtweg willen. Daar leer ik veel van.
Het zijn geen evidente waarden : armoede - gehoorzaamheid - stabiliteit. Ik ben van mening dat ze ook buiten het klooster op een leefbare manier een richtsnoer kunnen zijn.


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

zaterdag 12 januari 2013

Ergernis

Luisa, een temperamentvolle collega uit een prachtig land in Centraal-Amerika, werkte mij gisteren op mijn heupen. De papieren die we voor haar hadden aangevraagd bij een Belgische overheidsdienst waren nog steeds niet toekomen. Ik moest daar hoogdringend iets aan doen, ik moest die onderpresterende ambtenaren snel aanporren, hun traagheid was onaanvaardbaar.

Zo waren we met twee die zich in staat van ergernis bevonden. Luisa om de ontbrekende documenten, en ikzelf omdat ik niet graag onder druk gezet wordt om dringend mijn werk te onderbreken voor iemand anders en het ook niet leuk vind dat een buitenlander ons overheidspersoneel bekritiseert.

Ik was het voorval nog niet helemaal vergeten toen ik op de bus naar huis verder las in 'Nachttrein naar Lissabon' van Pascal Mercier. Op pagina 360 leest het hoofdpersonage in dat boek iets over 'ergernis'.
Als de anderen ons aanleiding geven ons aan hen te ergeren - aan hun driestheid, hun onrechtvaardigheid, hun egoïsme - dan oefenen ze macht over ons uit, ze zitten ons dwars en knagen aan onze ziel, want ergernis is als een gloeiend gif dat alle zachte, nobele en evenwichtige gevoelens vernietigt en ons van onze slaap berooft. Slapeloos doen we het licht aan en ergeren ons over de ergernis die zich in ons heeft genesteld als parasiterend ongedierte dat ons uitzuigt en krachteloos maakt.
Die slapeloosheid is bij mij vannacht gelukkig uitgebleven. Luisa heeft mij niet wakker gehouden. Mogelijk heeft Luisa zelf geslapen als een roos. Het leert me wel iets. Er is veel kans dat iemand anders in dezelfde situatie zich totaal niet geërgerd zou hebben. Luisa is dus niet de echte oorzaak van mijn ergernis. Voorts leert het mij welke zaken ik erg belangrijk vind en waarover ik een diepgewortelde overtuiging heb die ik graag gerespecteerd wil hebben. Een mens ergert zich niet aan onbelangrijke zaken. Nu kan ik gaan leren om mijn eigen waarheid iets minder te beschouwen als heilig en universeel geldig. Het is louter mijn mening, naast veel andere die er ook mogen zijn. Hopelijk zal mijn ergernis volgende keer kleiner zijn.


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :