zaterdag 29 augustus 2009

Waarderen of evalueren ?

Vandaag leven de eerste generaties die nooit honger of oorlog gekend hebben. Met ook de meeste depressies en zelfmoorden.

De psychoanalist Paul Verhaeghe geeft in een interview in De Standaard van zaterdag 29 augustus een beschrijving van zijn inzichten. Het is geen prettige lectuur.

Het grootste risico voor de mentale gezondheid is sociale ontwrichting, stelt de Wereldgezondheidsorganisatie. Mensen hebben veilige hechtingen nodig. Je hebt steeds meer verweesde mensen, zonder stabiele sociale relaties. Hun identiteit is ondermijnd, met een knagend verlies aan zekerheid en veiligheid tot gevolg.

De veilige familiale haven is verdwenen en ook hun job geeft mensen geen identiteit meer. Onze vaders konden nog een heel leven voor dezelfde baas werken en hun vakmanschap als een reden tot trots zien. Met het "nieuwe kapitalisme" is dat ondenkbaar geworden : bedrijven zijn nu anonieme multinationals en iedereen verandert om de haverklap van job. Met grote onzekerheid en een gevoel van onveiligheid tot gevolg.

Mensen werken veel harder dan vroeger, maar het probleem is dat ze er nauwelijks waardering voor krijgen. Ze worden via allerlei evaluaties tegen elkaar opgezet om steeds hogere targets te halen. Weg solidariteit en onderling vertrouwen, enkel de beste mag blijven en iedereen is vervangbaar. Zelfs de werknemers met het meeste ervaring, want in de hedendaagse managementcultuur is ervaring een handicap, een resistance to change.

Onze meritocratie maakt het er niet beter op. Winnaars zouden dat uitsluitend op grond van hun eigen verdienste zijn. Een fabeltje natuurlijk, maar verliezers hebben nu zelfs geen excuus meer voor hun falen. En dus eindigen ze steeds vaker in de psychiatrie.

De jongste decennia kennen we een epidemie van nieuwsoortige aandoeningen, waarvan de diagnose als een scheldwoord op de speelplaats weerklinkt: loser! autist ! De een heeft de ratrace verloren, de ander wil niet meer meedoen.

Voor het gemak doen we of dat alleen maar om individuele uitvallers gaat, maar we horen te beseffen dat ons sociaaleconomisch bestel zelf gestoord is en aan de lopende band dit soort problemen produceert.

Een bestel dat stabiele groepsvorming ondergraaft, leidt onvermijdelijk tot problemen op het vlak van identiteitsvorming.

Verhaeghe stuurt hiermee een hard verwijt naar het bestel. Ik voel me ook aangesproken.


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

vrijdag 28 augustus 2009

Economische groei = welvaart ?

In De Tijd van donderdag 27 augustus beschrijft Jeroen van den Bergh hoe quasi elk economisch beleid in landen en internationale instellingen gericht is op economische groei, op een groter bruto binnenlands produkt, afgekort bbp. [Op zijn eigen website gebruikt hij de term bnp - bruto nationaal produkt.]

En dat is te betreuren, vindt hij. Economische groei, een groter bbp, leidt niet automatisch tot meer welvaart en welzijn. Belastingen op overwerk, belastingen op de consumptie van statusgoederen, beperken van commerciële reclame, reduceren van tijdelijke contracten : het zijn voorbeelden van maatregelen die positief zijn voor de maatschappelijke welvaart, maar ongunstig voor de economische groei.

Een doortastend beleid inzake klimaat wordt vandaag belemmerd omdat het mogelijk op korte termijn een negatieve invloed heeft op de economische groei.
Ik wil niet ontkennen dat mensen veelal persoonlijke inkomensgroei nastreven (...) Maar het erkennen van individuele drijfveren hoeft niet te betekenen dat de samenleving via de overheid onvoorwaardelijke, nationale inkomensgroei moet nastreven - en evenmin nulgroei of krimp trouwens. De overheid zou er beter aan doen om volledig neutraal te staan tegenover groei, wat consistent is met het negeren van het bbp, en zich te richten op relevantere indicatoren en doelen die een directere en beter onderbouwde relatie met welvaart / welzijn hebben. (...) Onvoorwaardelijk groeistreven beperkt alleen maar de ruimte waarbinnen we zoeken naar een verbetering van menselijk welzijn.
Dat komt overeen met wat de meeste gezinnen ook wel weten en in de praktijk zetten. Voortdurend streven naar méér inkomen is voor hen niet de hoofdbekommernis. Nu nog de economen overtuigen.


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

donderdag 27 augustus 2009

Waar heb je deze biefstuk gekocht ?

In De Standaard Letteren van vrijdag 21 augustus las ik een interview met Rudy Kousbroek naar aanleiding van diens briefwisseling met W.F. Hermans, onlangs gepubliceerd.
Kousbroek herinnert zich de achterdocht (paranoia noemt hij het) van Hermans:
'Als je de minste aanmerking had of zelfs maar vroeg wat iets betekende of waarom het was zoals het was, dan kreeg je de reactie van iemand met vervolgingswaan. Het is als de man die aan zijn vrouw vraagt: 'Waar heb je deze biefstuk gekocht?' en de vrouw die dan antwoordt (hij zet zijn kopstem op): 'Hoezo? Is-ie niet goed dan?' Dat paranoïde van Hermans maakt zijn romans ook zo beklemmend.'
Zo zie je maar hoe moeilijk communicatie wel kan zijn. Het is een dooddoener om te zeggen dat een slechte communicatie aan de basis ligt van zoveel problemen en misverstanden. Want zoals het voorbeeldje hierboven kan iedereen er wel enkele aanbrengen uit eigen ervaring.

Bij communicatie is er altijd een deel 'niet-uitgesproken' informatie. Bij de spreker, en bij de toehoorder. Voor de spreker is het niet steeds nodig of wenselijk om een omslachtige context mee te geven over het waarom iets gezegd wordt. Dat kan dus weggelaten worden. De toehoorder begrijpt het wel. Hij kent de spreker.

Natuurlijk kan het dan mislopen. Welke achtergrondinformatie zou er kunnen schuilen achter de vraag 'Waar heb je deze biefstuk gekocht'? Wat wil de vraagsteller eigenlijk weten? Waarom wordt de vraag gesteld? Is het een vraag of eerder een mededeling die versluierd zit in de vraag?

Keuze genoeg dus voor de luisteraar, hij kan kiezen tussen neutrale informatie (welke slager?), positieve informatie (de biefstuk is heerlijk!), en negatieve informatie (de biefstuk is niet zo lekker).

Vele mensen zijn vaak bang en onzeker, en ze zullen dus gemakkelijk het lijstje van negatieve mogelijkheden gebruiken. En dat kan vèr gaan:
Hij vind de biefstuk waarschijnlijk niet lekker, anders zou hij die vraag niet gesteld hebben.
Ik had de biefstuk bij de slager in de stad moeten kopen. Stom van mij.
Ik zal bij het bakken weer iets verkeerd gedaan hebben. Ik kan niet goed koken.
Ik ben stom. Ik ben een slechte kok. Ik ben een slechte echtgenote. Ik ben een nul.
Oegh...
Het kan anders:
Oh, hij vindt de biefstuk blijkbaar erg lekker.
Goed van mij dat ik bij die nieuwe slager in de buurt heb gekocht.
Een biefstuk bakken is niet mijn specialiteit, maar het is toch prettig als het weer eens goed lukt.
Morgen ga ik opnieuw daar het vlees kopen.

Een dergelijke positieve ingesteldheid is in ieder geval beter dan een negatieve.
Maar misschien zouden we best niet te veel en niet te ver gaan veronderstellen. En zou het antwoord kunnen zijn:

'Bij die nieuwe slager hier in de buurt. Wat vind je ervan ?'

Straks zijn we uitgenodigd voor een barbecue bij vrienden. Ik ben benieuwd waar zij het vlees gekocht hebben...


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

zaterdag 22 augustus 2009

Jij bent...

Vreemd hoe een boek soms voor jaren blijft liggen. Wel begonnen, maar niet uitgelezen. En waarover ging het nu weer...

Mijn dochter kreeg enkele boeken vakantielectuur in leen van een vriendin. Eén daarvan was het boek 'De wijze man op de berg' van Susan Trott. Ho ja, dat ken ik, dat heb ik ook, gekregen voor mijn verjaardag in 1996 (zo lang al !), wel begonnen maar niet uitgelezen.

Mijn dochter reageerde positief toen ze het boek gelezen had, en ik heb het toen ook terug helemaal gelezen, gulzig, bijna tweemaal. Dat kan tellen als aanbeveling !

Ergens in het boek spreekt de wijze man tot een dame na haar klacht gehoord te hebben en zegt : u hebt in ernstige mate last van egoïsme.

Ik moet toegeven dat ik het niet direct had opgemerkt. Hij zei niet : u bent een egoïst.

Ik dacht waarschijnlijk dat het toch hetzelfde is. Niet dus.

Sedertdien let ik er op, hoe vaak we over de anderen (en over onszelf !) denken en spreken in termen van 'jij bent ...' in plaats van 'jij hebt ...'.

Als de wijze man gezegd had : 'jij bent een egoïst', dan had hij de persoonlijkheid van de dame volledig gereduceerd tot één aspect ervan. Al haar andere kenmerken, kwaliteiten en eigenschappen bestonden plots niet meer. Bovendien zou het een zeer definitieve uitspraak geweest zijn : 'jij bent', het ís zo.

Het zou dus een uitspraak geweest zijn die objectief gezien niet correct was, en veel onrecht deed.

De man zei echter : jij hebt last van egoïsme.

Een uitspraak die nog héél veel ruimte laat, en die zelfs niet hoeft te kwetsen. Zoals : jij hebt last van hoofdpijn.

Daarom werd de wijze man wijs genoemd waarschijnlijk. Maar zelf zou hij zich zo niet noemen, het is zo'n definitieve uitspraak, en zo beperkend...


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

dinsdag 18 augustus 2009

We zijn goed bezig

Soms heb je het gevoel dat je werk vanzelf gaat, je zit in 'the flow'. Hetzelfde kan zich voordoen met een groep mensen die samen - schouder aan schouder - iets realiseren, en merken dat het werk goed opschiet, ze kunnen zeggen we zijn goed bezig.

Het is een interessante oefening, nagaan voor jezelf wanneer je 'in the flow' zit. Of je afvragen waarom je er soms niet in slaagt 'op de trein te springen', of hoe het komt dat je uit 'the flow' geraakt.

Een buzz-woord hiervoor is ook tegenwoordig 'momentum', althans in het Engels / Amerikaans. De bedoeling is om dat momentum zo lang mogelijk te behouden. En daar loopt het dus wel eens mis, ook in bedrijven en organisaties. John Maxwell schreef daarover onlangs een lijstje bij mekaar : Momentum Breakers vs Momentum Makers.

Hij richt zich daarbij tot de verantwoordelijken van de organisatie, omdat zij soms schuldig zijn aan het verlies aan momentum.

  1. Focus (vs double-mindedness)
  2. The future (vs the past)
  3. Teamwork (vs individualism)
  4. Constructive attitude (vs critical attitude)
  5. Creativity (vs tradition)
  6. Passion (vs apathy)
  7. Character (vs dishonesty)
  8. Change (vs conformity)
  9. Gratitude (vs ingratitude - Denk aan wie de waterput heeft gegraven wanneer je van het water drinkt.)
  10. Action (vs indecision)

In het begin van deze blog gebruikte ik de woorden 'schouder aan schouder'. Ik denk dat er geen betere methode is om samen iets te realiseren, om vooruitgang te boeken. Wat Maxwell schrijft is belangrijk, maar het is jammer dat hij het moet schrijven, het zou evident moeten zijn.



Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

zondag 9 augustus 2009

Minachting

De TGV van Brussel naar de vakantie in Fétigny (gare de Montbard) was ideaal om een reeks oudere kranten te lezen. Niet meer om het laatste nieuws te kennen, wel voor achtergrond en interviews. Zo las ik in De Tijd van zaterdag 18 juli een 'pittig' interview met Yves Delacollette, tot voor kort de CEO van Deutsche Bank in België.

Uiteraard kwam de financiële crisis ter sprake. Delacollette zegt daarover onder meer het volgende:

Ik geloof wel dat de financiële crisis de publieke sector op termijn ten goede komt. Net als sommige andere sectoren, trouwens. Ik las onlangs in de Financial Times dat het gemiddelde salaris in de financiële wereld 1,7 keer hoger lag dan in andere sectoren. Voor de crisis toch. Gevolg, de briljantse en best opgeleide juristen en economen kwamen bijna zonder uitzondering daar terecht. (...)

Dat heeft deze crisis trouwens mee veroorzaakt, als je het mij vraagt. Een te hoge concentratie te hoog opgeleide mensen. Al die superingewikkelde beleggingsproducten kwamen uit hun koker. Hogere wiskunde. Om lood in goud te proberen veranderen. Door de financiële crisis gaat een pak van die very high potentials nu in andere sectoren terechtkomen. Waar ze meer voor de maatschappij kunnen betekenen. Meer dan als financiële spitstechnologen en bonusjagers in trading rooms.

In De Tijd van zaterdag 25 juli - opnieuw een zaterdageditie, zo zie je maar, het is niet wat bovendrijft dat belangrijk is maar dat wat bezonken is... - schrijft Frank Demets naar aanleiding van de superbonussen :

Het eeuwige gefixeer op bankiers en hun bonussen gaat voorbij aan de echte oorzaken van de crisis, waar alle excessen in het bankwezen slechts de emanatie van zijn: de minachting voor het algemeen belang die zich overal in de samenleving heeft genesteld.

De economische crisis is niet veroorzaakt door de bonussen die aan bankiers en traders werden uitgekeerd. Wel door het feit dat iedereen er al jaren van uit lijkt te gaan dat na hem toch de zondvloed kwam. Die overtuiging hield huis in de banken, met hun gebrekkige risicobeheer en torenhoge bonussen. Ze bezoedelde de politiek, waardoor begrotingen zelfs tijdens de hoogconjunctuur bleven ontsporen (...)

Het woord 'minachting' is bij mij blijven hangen. Wanneer degradeert eigenbelang tot minachting? Uitblinken, de eerste zijn, maar zonder minachting, het is perfect mogelijk. Kijk maar naar onze sympathieke medaille-winnaars op de olympische spelen van vorige zomer. Minachting gaat ten koste van de anderen, gezond eigenbelang daarentegen houdt rekening met de anderen.

Behandel anderen steeds zoals je zou willen dat ze jou behandelen. Het is de basis van elke godsdienst. Maar het is een strenge regel. Reden genoeg voor de egoïsten om niet alleen de anderen te minachten, maar ook elke godsdienst.

PS : Hopelijk is de lezer niet te streng voor mij, ik heb namelijk het pak gelezen kranten gewoon achtergelaten op mijn zetel in de TGV...


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

vrijdag 7 augustus 2009

The Generation M Manifesto

Umair Haque schrijft geregeld een blog voor Harvard Business. Zijn Generation M Manifesto van begin juli trok mijn aandacht. De tekst verdient het om gelezen te worden.

Ik herneem niet de volledige tekst, je kan hem hier vinden.

Dear Old People Who Run the World,

My generation would like to break up with you.

Everyday, I see a widening gap in how you and we understand the world — and what we want from it. I think we have irreconcilable differences.

You wanted big, fat, lazy "business." We want small, responsive, micro-scale commerce.

You turned politics into a dirty word. We want authentic, deep democracy — everywhere.

You wanted financial fundamentalism. We want an economics that makes sense for people — not just banks.

You wanted shareholder value — built by tough-guy CEOs. We want real value, built by people with character, dignity, and courage.

You wanted an invisible hand — it became a digital hand. Today's markets are those where the majority of trades are done literally robotically. We want a visible handshake: to trust and to be trusted.

You wanted growth — faster. We want to slow down — so we can become better.

You didn't care which communities were capsized, or which lives were sunk. We want a rising tide that lifts all boats.

You wanted to biggie size life: McMansions, Hummers, and McFood. We want to humanize life.

You wanted exurbs, sprawl, and gated anti-communities. We want a society built on authentic community.

You wanted more money, credit and leverage — to consume ravenously. We want to be great at doing stuff that matters.

You sacrificed the meaningful for the material: you sold out the very things that made us great for trivial gewgaws, trinkets, and gadgets. We're not for sale: we're learning to once again do what is meaningful.

Waarom M ? Uiteraard in het Engels :

What do the "M"s in Generation M stand for? The first is for a movement. It's a little bit about age — but mostly about a growing number of people who are acting very differently. They are doing meaningful stuff that matters the most. Those are the second, third, and fourth "M"s.

Ik hoop van harte dat de Generation M een kans krijgt. De superbonussen die opnieuw betaald worden doen me twijfelen. Hoewel, soms denk ik dat die aberraties vanzelf zullen uitsterven. Zoals de rokers van een sigaret vandaag ook met de rug worden aangekeken (ik ben 21 jaar geleden gestopt...)


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :