donderdag 27 november 2008

Chico Mendes

'At first I thought I was fighting to save rubber trees, then I thought I was fighting to save the Amazon rainforest. Now I realize that I am fighting for humanity.'

Chico Mendes (15 december 1944 - 22 december 1988), vermoorde vakbondsleider en milieu-activist uit Brazilië.

Aan de vooravond van de twintigste verjaardag van de moord is er een milieu-conferentie van de Verenigde Naties in Poznan (Polen). Vakbonden zullen er ook zijn.

Onze Nederlandse vrienden in Utrecht wonen in de Chico Mendesstraat. Sedert we mekaar kennen, ken ik ook Chico Mendes.

zaterdag 22 november 2008

Pluralisme - Compromissen

Intussen heb ik ook een boek klaar, over wat opera zou moeten zijn in de toekomst. Het verschijnt bij een Franse uitgeverij. (Sarcastisch) De Engelse editie is nu misschien niet meer nodig. Het wordt mijn credo, maar vooral ook een reflectie. Als je ouder wordt, begin je in te zien dat er voor alles verschillende oplossingen voorhanden zijn. Voor de dagelijkse problemen, maar ook voor de grote existentiële vragen. Ouder worden betekent voor mij: openstaan voor andere ideeën en het pluralisme zien als een zegen. (...)
Wat je bij veel kunstenaars ziet, geldt ook voor mij. Hoe ouder je wordt, hoe minder je bereid bent om compromissen te sluiten. Het is geen doel meer om iets te creëren dat het publiek zal behagen. Dat doe je als je jong bent. Dan wil je succes hebben en scoren. Maar daarna verschuift de aandacht steeds meer naar de dingen waar je echt in gelooft. '

Gerard Mortier (die 65 wordt), in De Standaard van zaterdag 22 november.

Le bonheur est contagieux

'Si à la maison on se battait, là où on se battra je me sentirai à la maison. Si à la maison on chantait, là où on chantera je me sentirai à la maison.'

'Le bonheur est contagieux. Ce qui enchante un enfant, c'est le bonheur dans lequel il baigne. Si vous souhaitez son bien-être, travaillez à vous rendre heureux.'


Nogmaals twee citaten uit het boek van Thomas d'Ansembourg waar ik voordien over schreef. Het tweede citaat mag je niet te snel lezen. Er staat niet : 'travaillez à le rendre heureux'.

Dankbaarheid

Als je hoogmoedig en zelfvoldaan bent, kun je niet dankbaar zijn. Dan geloof je dat je waarde uitsluitend bepaald wordt door je eigen prestaties en dat je alles aan jezelf te danken hebt.
Als je dankbaar bent, kijk je naar wat je hebt gekregen, niet naar wat je hebt gepresteerd.
Wie dankbaar is, kijkt niet zelfingenomen naar zichzelf, maar naar iemand anders die hem goed deed. Dankbaarheid vergt nederigheid en erkenning van het goede in anderen.
Danken houdt weten en erkennen in, dat wil zeggen dat we kunnen laten blijken hoezeer we ons bewust zijn van het gratuïte en de weldadigheid die we hebben mogen ervaren. Alles wat we hebben en wie we zijn, hebben we op een of andere manier ontvangen van anderen : de taal die we spreken, het huis dat we bewonen, de opvoeding die we kregen, het geloof dat we belijden, de vrijheid die we genieten: dat alles komt via anderen tot ons. Danken kan pas ontstaan als we bij de mensen, de dingen en de gebeurtenissen blijven stilstaan, erover nadenken en erkennen dat zoveel in ons leven ons gewoon geschonken is.

Maurits Gilissen, in 'Mensen Onderweg' van oktober 2008.

Maurits Gilissen (1939) is lid van de congregatie van de paters der H. Harten, in Vlaanderen beter bekend als ‘de picpussen’ of ‘de congregatie van pater Damiaan’. Hij studeerde theologie aan de K.U.Leuven. Hij doceerde Ethiek aan de verpleegstersscholen in het Leuvense en aan het Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen in Koekelberg en was ziekenhuispastor in het H.Hart- ziekenhuis in Leuven. Hij houdt zich bezig met actuele ethische kwesties en bestudeert graag het evangelie. Aan beide thema’s wijdt hij artikels in het tijdschrift Mensen Onderweg, waarvan hij hoofdredacteur is.

vrijdag 14 november 2008

Transformation individuelle

'Je partage ainsi avec de plus en plus de nos contemporains la conviction profonde que la transformation sociale espérée vers un monde plus équitable et plus respectueux de l'homme et de la vie passe par la transformation individuelle. Nous ne parviendrons pas, collectivement, à respecter la nature si, individuellement, nous continuons à faire systématiquement violence à notre propre nature. Nous ne pourrons pas réapprendre à respecter le rythme, les ressources et les limites de la terre si nous ne respectons pas notre propre rythme, nos ressources et nos limites. L'intériorité qui transforme me paraît être la clé de la citoyenneté nouvelle dont l'humanité a besoin, pour sauver sa peau d'abord et pour continuer ensuite l'aventure de la vie à l'heure de village global.'

Thomas d'Ansembourg (1957) in het boek 'Qui fuis-je ? Où cours-tu ? A quoi servons-nous ? Vers l'intériorité citoyenne'.

Een boek dat ik gevonden heb in Dijon tijdens de herfstvakantie. Ik dacht met een Canadese schrijver te maken te hebben omdat het boek in Quebec is uitgegeven. Neen, het is een Belgische (Brusselse) auteur, de tekst is achteraan ondertekend met 'Bruxelles, automne 2008'. Andere boeken van deze - voor mij dus nog onbekende - auteur zijn 'Cessez d'être gentil soyez vrai ! Etre avec les autres en restant soi-même' (meer dan 300.000 exemplaren verkocht en vertaald in 20 talen) (sommaire) en 'Etre heureux, ce n'est pas nécessairement confortable' (sommaire).

Wat ik tot nu toe gelezen heb - echt traag, graag zelfs meer dan één keer - is zéér goed, net wat ik nu wil lezen. Ik vind wel dat d'Ansembourg een beetje teveel wil overtuigen, zoals ik een aantal Frans(talig)e vrienden ken die me honderduit vertellen hoeveel ze weten..., een monoloog waar ik weinig tussen krijg maar misschien al te graag naar luister. Maar dat is stijl - ook die laaaaaange zinnen ! -, uiteindelijk is het de inhoud die telt.

'De l'apéro au jardinage, du jogging à Internet (...), il y a des milliers de façons de nier notre étouffement profond en parvenant à limiter notre respiration à des rare petites bouffées d'oxygène.
Ainsi, s'occuper de la paille permet d'oublier la poutre..., oserais-je dire, en empruntant quelque peu aux Ecritures !'

Dat kan ik ook

Hoet kan begrijpen dat veel mensen argwanend toekijken hoe de kunst almaar virtueler is geworden. Als Fontana met zijn mes een inkeping maakt in het canvas en het resultaat "Ruimtelijke conceptie" noemt, zegt de dilettant "Dat kan ik ook." Hoets antwoord is dan al lang niet meer : "Doe het dan", maar "Wat ga je daarna doen ?" De artiest weet dat, zegt hij, de imitator niet.

Gelezen in de recensie van het boek van Laurens De Keyzer, 'In de wereld van Jan Hoet', in Ons Recht, het maandblad van LBC-NVK.

Als jongeman heb ik ook voor een dergelijk schilderij gestaan, ik vond er toen helemaal niets aan.

Dokterstas

'Ik zie een koffer en denk daarbij niet aan de romantische Caribische vakantie met Peter, maar aan de hopeloze strijd tegen de sjofele kalfsleren dokterstas van mijn ouders. In tegenstelling tot mijzelf, bevond die zich namelijk altijd in hun buurt en hij werd zo vaak opgetild dat hij op sommige plekken helemaal gladgesleten was.
Ik had helaas geen enkele gladgesleten plek op mijn hele lichaam en onder mijn huid zaten ook geen belangrijke medische instrumenten verborgen om het menselijk lichaam mee te onderzoeken. '

Ivana JEISSING, in 'Onzichtbaar', op de eerste bladzijde.

Dit is een boek zoals ik er lang niet meer gelezen heb. Zinnen zoals die hierboven kan je op elke bladzijde lezen. Over een vrouw die zich 'onzichtbaar' maakt - of die het geworden is bij haar ouders... Ik wil het traag lezen om er ten volle van te genieten. Maar ik ben ongeduldig en nieuwsgierig...

maandag 10 november 2008

Al 18 jaar kromgebogen

Eens gaf Hij op sabbat onderricht in een synagoge. Daar bevond zich een vrouw die al achttien jaar leed onder een geest die haar ziek maakte. Ze liep krom en was niet in staat zich op te richten. Jezus zag haar en sprak haar aan. ‘Vrouw’, zei Hij, ‘u bent van uw kwaal verlost.’ Hij legde haar de handen op en onmiddellijk rechtte ze haar rug, en ze prees God.

Lucas 13, 10-13

Wanneer mensen meer rechtop bij ons weggaan, dan hebben we niet alleen een essentiële bijdrage geleverd om het klimaat in ons bedrijf te verbeteren. We hebben niet alleen de bedrijfscultuur positief beïnvloed maar ook het klimaat in de maatschappij. Want wanneer werknemers meer rechtop naar huis gaan, dan is het voor hen niet nodig om hun gezin thuis te onderdrukken of de mensen in hun omgeving te kleineren. Integendeel, ze zullen ook anderen opbeuren. De cultuur van de samenwerking die door onze dienstverlening in het bedrijf wordt gecreëerd, drukt ook een stempel op de cultuur van een maatschappij.

In het hoofdstukje 8.2.5 'Leidinggeven als opbeuren' beschrijft Grün de vier stappen :

1. aankijken
2. aanspreken
3. iets positiefs zeggen tegen haar
4. (aan) raken

't Is toch wel merkwaardig hoe Grün er in slaagt om de oude vrouw symbool te laten zijn voor veel werknemers : gedemotiveerd, ze laten hun hoofd hangen, voelen zich teneergedrukt, ze zien alleen hun voeten, kunnen niemand meer in de ogen kijken...

zondag 9 november 2008

Sloop de klaagmuur

'Een betere wereld' wordt geleverd met een paarse plastic armband. 'Ophouden met klagen, mopperen en zeuren' luidt de ondertitel en op de beginbladzijden staan de instructies : 1. Doe het bandje om je pols. 2. Betrap je jezelf op klagen, roddelen of kritiek leveren, verwissel het bandje dan van pols. 3. Het streefdoel is om 21 dagen het bandje niet te hoeven verwisselen.
Auteur Will Bowen verklapt dat het gemiddeld vier tot acht maanden duurt voor je de 21 dagen kunt volmaken. 'Doordat we het bandje steeds van pols moeten verwisselen, worden we ons bewust van ons geklaag. De hoop is dat je je bedenkt voordat je het weer doet.' (...) In dit project vinden we een verre echo van Aristoteles' opvatting. Geluk is niet in de eerste plaats een gemoedsgesteldheid, maar een sociale praktijk. Ondertussen zijn er al 5.742.271 armbanden in omloop. Zie de teller op de website.

Gelezen in De Standaard Letteren van vrijdag 7 november.

Eigenwaarde

Een groot deel van het gevoel van waardeloosheid dat met het klimmen der jaren ontstaat, kan verlicht worden door anderen van dienst te zijn. Dat kan jouw 'geschenk aan de wereld' zijn voordat je dit ondermaanse verlaat. Mijn moeder gaf als zeventigjarige nog therapie en brengt nu, als tachtigjarige, voedsel rond bij mensen die dat nodig hebben. (...) Elke goede daad jegens een ander is in werkelijkheid een goede daad jegens jezelf, waarmee je je verzekert van gevoel van eigenwaarde en geestelijke gezondheid.

Ann Gadd, in 'Het meisje dat nagelbijt en de man die altijd te laat komt - Wat gewoonten ons zeggen'.