Door het leven op deze manier voor te stellen zetten we ook enkele aspecten ervan wat meer speciaal in de verf. We benadrukken ermee dat ons leven een beginpunt heeft, een oorsprong, en een eindpunt, een begin en een einde. We drukken er ook mee uit dat het leven steeds verandert, dat wat voorbij is ook voorgoed voorbij is. En ook is de gedachte aanwezig dat er steeds een doel is, een richting, beweging, vooruitgang.
Een aantal aspecten van het leven krijgen in de lineaire zienswijze dan weer geen plaats. De mogelijkheid bijvoorbeeld dat het leven wel eens de indruk geeft van stil te staan, of achteruit te gaan. Of de ervaring van herhaling, opnieuw hetzelfde meemaken. Deze ervaringen en indrukken passen niet in een lineaire voorstelling, met als vreemd gevolg dat ze onmogelijk zouden zijn. We worden bijna verplicht ons leven te leven volgens het lineaire principe.
Een andere voorstellingswijze is nochtans perfect mogelijk. We moeten daarvoor slechts kijken naar de natuur. In de natuur is de cirkel, de herhaling, het hoofdprincipe. Er is geen begin- of eindpunt, het leven in de natuur is voortdurend in een cyclische beweging van groei, bloei, afsterven en rust. Deze cycli of herhalingen kunnen snel of traag opeenvolgen. Voor de bomen is dat anders dan voor de bloemen, voor de zee is het anders dan voor de maan, maar de cyclus van dag en nacht, van de seizoenen, van de jaren zit doorheen de ganse natuur.
Zelf zijn we ook een deel van de natuur, ook al willen we ze steeds meer onderwerpen. En bijgevolg is ons leven veel meer cyclisch van aard dan lineair. De dagelijkse herhaling van dag en nacht ritmeert ons leven veel nadrukkelijker dan we willen toegeven. De seizoenen lente, zomer, herfst en winter hebben elk hun betekenis. We kijken er telkens opnieuw naar uit, maar proberen ondertussen wel te doen alsof die seizoenen ons niet beïnvloeden.
De mens heeft niet alleen het ritme van dag en nacht, het ritme van de seizoenen, het ritme van het jaar gekregen van de natuur. Hij heeft ook eigen herhalingen bedacht : de week en de maand.
Als we de natuur in haar geheel bekijken, de mensen inbegrepen, dan is het snel duidelijk dat een cyclische voorstelling van het leven veel logischer is dan een lineaire. De lineaire voorstelling is - beperkt - bruikbaar als we één enkel individueel deeltje bekijken: één mens, één boom, één hond. In de westerse wereld doen we dat graag: het individu op zichzelf bekijken, los van de omgeving. Onze manier van studeren en begrijpen is de wetenschappelijke manier, waarbij we de elementen afzonderlijk nemen en onderzoeken. Anders is het veel te complex om de natuur te doorgronden. Maar uiteindelijk brengt een lineaire visie op het leven een zeer beperkt inzicht.
Wie het leven van de mens niet vanuit een lineaire maar vanuit een cyclische visie benadert geeft het leven automatisch een veel bredere en diepere invulling, meer in harmonie met de ganse natuur. Die zal begrijpen dat vooruitgang slechts mogelijk is in een cyclische, zich herhalende beweging. Die zal aanvaarden dat rust, afsterven en stilstand even volwaardig deel uitmaken van het leven als groei en bloei. Die zal inzien dat acht uur slapen 's nachts geen tijdverlies is in de cyclus van de dag en de nacht. Die zal glimlachen met de jacht op resultaten en het streven naar een doel. De natuur is vol van zin en betekenis, ook al heeft ze geen doel, ook al beoogt ze geen resultaat.
Als mijn oudste dochter gaat trouwen en mij vraagt naar de betekenis van de ringen, dan hoop ik iets te kunnen overbrengen van de bevrijdende kracht die uitgaat van de ring, van de cirkel, van de cyclische herhaling die overal te vinden is in de natuur. Zoals de ring hebben liefde en leven geen begin en geen einde, ze zijn er gewoon, in vormen die we kennen en niet kennen. De woorden begin en einde zijn bruikbaar in het lineaire denken, maar in het echte leven hebben ze eigenlijk weinig betekenis.
Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :