Het is vandaag Allerheiligen, 1 november. Gisteren ben ik beginnen lezen in een nieuw boek waar ik al enkele jaren naar op zoek ben (niet onophoudelijk natuurlijk). Niet te vinden in onze bibliotheek in Kampenhout. Ook niet te koop op Proxis, niet in het Nederlands, evenmin in de originele taal - Engels. Maar onze bibliotheken in Vlaanderen kunnen van mekaar uitlenen. En zo heeft die van Kampenhout mij het boek op de kop kunnen tikken, en lees ik nu het boek - in het Nederlands - uit de bibliotheek van Tremelo. Dat noem ik service. Bedankt bibliotheken !
Al op de eerste bladzijde, in de proloog, staat een definitie van een heilige.
'Een heilige is iemand die de cruciale menselijke deugd van de nederigheid beoefent. Nederigheid tegenover rijkdom en overvloed, nederigheid tegenover haat en geweld, nederigheid tegenover kracht, tegenover je eigen genialiteit of het ontbreken daarvan, nederigheid tegenover andermans nederigheid, tegenover liefde en schoonheid, tegenover pijn en dood.'
Enkele dagen geleden sprak ik nog met vrienden over de nederigheid. Waar het eventueel goed voor was. Ik bracht een ander boek in herinnering, van Henri Nouwen 'Vreemdeling in het Paradijs'. Hoe hij in de abdij dagen na elkaar grote stenen uit de rivier moet halen, een opdracht van de abt. Hoe hij de zin van dit werk niet inziet, en zich verzet. Waarom moet hij dit nederige werk doen, een groot intellectueel die boeken schrijft, lezingen geeft. Wat is de zin daarvan ? Is dat geen verspilde tijd ?
In het boek 'Vader Joe' wordt de nederigheid verbonden met heiligheid. Toevallig is het vandaag het feest van Allerheiligen. Zou het waar zijn ?
Father Joe is een Benedictijn, en in de regel van Benedictus staat er een gans hoofdstuk (7) over de nederigheid. Het is een tekst die voor ons vandaag onverdragelijk is, onaanvaardbaar. Twaalf niveaus van nederigheid bespreekt Benedictus. Alleen al het vierde niveau : verdraag zelfs onrechtvaardheid, zonder ontmoedigd te geraken of te vluchten...
Pater Jan citeerde deze morgen : we moeten niet proberen heilig te worden, we moeten proberen het terug te worden, want eigenlijk hadden we alle mogelijkheid in ons.
Tony HENDRA, 'Vader Joe. De man die mijn leven redde.'
Verderop in het boek staat nog een passage over werken, zoals de Benedictijnen het bedoelen.
"Laborare est orare."
"Ik dacht dat dat alleen op monnikenwerk van toepassing was."
"Zou niet weten waarom. Laborare est orare betekent toch zeker niet dat we onder het werk echt gebeden aan het mompelen zijn ? Dan zou je de anderen stapelgek maken. Het werk zelf is gebed. Werk dat je zo goed mogelijk doet. Werk dat je eerst voor anderen en dan pas voor jezelf doet. Werk waarvoor je dankbaar bent. Werk vaarvan je geniet, dat je verheft. Werk dat een ode is aan ons bestaan, of het nu graan verbouwen is, of het gebruiken van een van God gegeven vaardigheid. Het is allemaal gebed dat ons met elkaar verbindt en daarom met God."
"Is mijn werk gebed ?"
"Waarom zou jouw werk minder waardevol zijn dan het uitmesten van koeiestallen ?"
Ik dacht na over werk als gebed. Een vrachtwagen besturen ? Houthakken ? In de gaarkeuken werken ? Auto's verkopen ? Lesgeven ? Als ambtenaar derde klasse bij de gemeente zitten ? Bij de belastingen, het CBR of de brandweer werken ? En als je dat allemaal maar vreugdevol, dankbaar, onzelfzuchtig en consciëntieus doet, wordt het dus gebed ?
Waarom ook niet ? En dan niet in de vrome betekenis van een vriendelijk, beleefd verzoek dat omhoog zweeft naar een wispelturige godheid, maar als een vitale kracht die deel uitmaakt van het bestaan van alledag. Een kracht die - op een diepte waarvan geen enquêteur, pr-man, demograaf of andere meteropnemer van de menselijke emotie weet heeft - door de hele samenleving heen resultaten oplevert. Ontelbare kleine daden van generositeit en hartelijkheid die de band tussen ons verstevigen, ons motiveren, en onze hoop en ons vertrouwen in elkaar verstevigen. En misschien veranderen ze zelfs wel de wereld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten