De Europese Unie heeft vrijdag de Nobelprijs voor de Vrede gekregen. 'De EU heeft het grootste deel van Europa helpen transformeren van een continent van oorlog in een continent van vrede', zo schreef het Nobelprijscomité in zijn verantwoording.
De toekenning van deze prijs aan de EU heeft onmiddellijk vele zure reacties uitgelokt. Niet alleen vanwege de bekende anti-Europeanen. Ook op Facebook kon ik enkel cynische en smalende commentaren lezen. Ik vind nochtans niet dat ik verkeerde vrienden heb.
Het is wel te begrijpen. Iedereen is begaan met vrede in de wereld, en iedereen kan wel een aantal moedige mensen opnoemen die een prijs voor hun inzet voor de vrede verdienen - vandaag is het misschien Malala Yousafzai. Malala is nog maar veertien, en de EU is al meer dan zestig jaar oud. Dat kan een verschil maken. Jeugd is nog niet bezoedeld.
Mogelijk interpreteer ik de verrassing van sommigen verkeerdelijk als cynisme. De keuze van de Noren is inderdaad verrassend, het is een prijs voor een prestatie van meer dan zestig jaren. Het is moeilijker om daarvan een duidelijk beeld te krijgen dan van een kogel in het hoofd.
Vrede is ook zo moeilijk te vatten in vredestijd, ze is helemaal niet indrukwekkend, zeker niet voor al wie graag wil vechten of strijden voor de vrede.
Vrede is niet heroïsch. Maar vrede is evenmin evident.
De moed en de kracht van de stichters van Europa (het EGKS-verdrag is ondertekend in 1951) is niet te onderschatten. De verscheurdheid van Europa was immens en eeuwenoud, de wonden van de haat lagen nog open. Ik ken oudere Fransen die vandaag nog ongemakkelijk worden als er Duitsers in de buurt zijn.
De stichters van Europa konden niet weten wat de toekomst zou brengen. Ze wisten alleen dat er maar één weg is naar 'nooit meer oorlog': mekaar de hand geven en niet meer loslaten. Ondanks de angst en de kwetsuren.
De Noren hebben op een indrukwekkende manier het proces gevoerd tegen Anders Breivik die in 2011 bijna tachtig mensen vermoordde. Vandaag houden ze ons op een zelfde indrukwekkende wijze een spiegel voor. Want Europa zit in woelig water, en heeft dringend nood aan een helder zicht op de weg naar de toekomst. De Noren herinneren ons aan de fundamenten van Europa, de argumenten vóór Europa.
Ik kan dus niet smalend reageren op de toekenning van deze prijs. Wel het hoofd buigen, en de prijs beschouwen als een wake-up call, als een stamp onder mijn achterste. Er kan en mag nooit een reden zijn om Europa op te geven, want voor mensen is vrede het belangrijkste.
Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :
Voor uitleg over de foto bovenaan: lees hier.
zondag 14 oktober 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten