woensdag 31 oktober 2012

Competitiviteit

Het is een woord dat lange tijd nauwelijks nog te vinden was op de economische bladzijden van mijn krant. Maar sedert het desastreuze nieuws over de sluiting van de Ford fabriek in Genk krijgt het weer veel aandacht.

Het is een vervelend woord, in meerdere opzichten. Kan u het vlot uitspreken? Er is wat oefening voor nodig. Of probeer het eens te schrijven...   je voelt zo dat teveel dezelfde letters mekaar in de weg lopen.

Ik was blij dat ik het zoveel jaren niet meer ontmoet had. De hernieuwde kennismaking begon dus met veel nieuwsgierigheid en oprechte aandacht. Maar vrij snel sloeg een rotte geur me in het gezicht. Ik wist weer waarom het woord uit de krantenkolommen verdwenen was. Zolang er over een economische crisis alleen in geschiedenisboeken gesproken wordt hebben we het woord immers niet nodig.

Nu heeft de geschiedenis ons weer ingehaald - te vaak koesteren we de misvatting dat ze definitief achter ons ligt. Macht en geld zijn een onuitputtelijke bron van weerkerende moeilijkheden.

Competitie. Ik dacht dat we dit beestje weg-gekanaliseerd hadden naar de sport. Doorgaans stoort het niet in die omgeving. Nou ja, zolang er geen beroep van gemaakt wordt zoals in de wielrennerij.

Ik had begrepen dat we op een hogere trap van civilisatie geraakt waren door de competitie voor het overige uit ons dagelijkse doen te verwijderen. Geen competitie meer op de school, geen competitie meer op het werk. Het leidt immers nergens toe en brengt ons alleen maar 'kweddelen'.

Niet dus. Als mensen het moeilijk krijgen gaat het laagje civilisatie snel verbrokkelen. En duikt het woord competitiviteit weer op, alsof redding alleen mogelijk is via een hernieuwd 'ieder voor zich'.

Ondernemingen, en landen, moeten weer competitief worden. Samenwerken is voor tijdens de goede dagen, nu mag het weer competitie zijn.

Hoe die competitiviteit begrepen moet worden is nog vaag. Maar een goede verstaander heeft maar een half woord nodig. Goedkoper. Sorry voor degenen die het nog wat verborgen wilden houden. Maar competitiviteit heeft alles te maken met goedkoper zijn. Belastingen moeten omlaag, sociale zekerheidsuitgaven ook, en de lonen van de werknemers natuurlijk. U wist het misschien nog niet, maar uw loon is te hoog. Gelieve niet te vergeten dat u ook verwacht wordt om ondertussen zoveel mogelijk te consumeren.

Ik denk dat velen onder ons vandaag een beetje zuiniger door het leven gaan. Dat is volgens mij een correcte reactie op de economische crisis. Maar hoe we nu allemaal competitiever moeten gaan leven en werken, dat is mij een raadsel. In vergelijking met wie? Met mijn overbuur? Met de Walen? Met de Duitsers of de Grieken? En waarom?

Hopelijk verdwijnt het woord weer vlug, het dateert uit vorige eeuw. Het juiste woord om een crisis aan te pakken is samenwerking.



Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

zondag 14 oktober 2012

Vrede

De Europese Unie heeft vrijdag de Nobelprijs voor de Vrede gekregen. 'De EU heeft het grootste deel van Europa helpen transformeren van een continent van oorlog in een continent van vrede', zo schreef het Nobelprijscomité in zijn verantwoording.

De toekenning van deze prijs aan de EU heeft onmiddellijk vele zure reacties uitgelokt. Niet alleen vanwege de bekende anti-Europeanen. Ook op Facebook kon ik enkel cynische en smalende commentaren lezen. Ik vind nochtans niet dat ik verkeerde vrienden heb.

Het is wel te begrijpen. Iedereen is begaan met vrede in de wereld, en iedereen kan wel een aantal moedige mensen opnoemen die een prijs voor hun inzet voor de vrede verdienen - vandaag is het misschien Malala Yousafzai. Malala is nog maar veertien, en de EU is al meer dan zestig jaar oud. Dat kan een verschil maken. Jeugd is nog niet bezoedeld.

Mogelijk interpreteer ik de verrassing van sommigen verkeerdelijk als cynisme. De keuze van de Noren is inderdaad verrassend, het is een prijs voor een prestatie van meer dan zestig jaren. Het is moeilijker om daarvan een duidelijk beeld te krijgen dan van een kogel in het hoofd.

Vrede is ook zo moeilijk te vatten in vredestijd, ze is helemaal niet indrukwekkend, zeker niet voor al wie graag wil vechten of strijden voor de vrede.

Vrede is niet heroïsch. Maar vrede is evenmin evident.

De moed en de kracht van de stichters van Europa (het EGKS-verdrag is ondertekend in 1951) is niet te onderschatten. De verscheurdheid van Europa was immens en eeuwenoud, de wonden van de haat lagen nog open. Ik ken oudere Fransen die vandaag nog ongemakkelijk worden als er Duitsers in de buurt zijn.
De stichters van Europa konden niet weten wat de toekomst zou brengen. Ze wisten alleen dat er maar één weg is naar 'nooit meer oorlog': mekaar de hand geven en niet meer loslaten. Ondanks de angst en de kwetsuren.

De Noren hebben op een indrukwekkende manier het proces gevoerd tegen Anders Breivik die in 2011 bijna tachtig mensen vermoordde. Vandaag houden ze ons op een zelfde indrukwekkende wijze een spiegel voor. Want Europa zit in woelig water, en heeft dringend nood aan een helder zicht op de weg naar de toekomst. De Noren herinneren ons aan de fundamenten van Europa, de argumenten vóór Europa.

Ik kan dus niet smalend reageren op de toekenning van deze prijs. Wel het hoofd buigen, en de prijs beschouwen als een wake-up call, als een stamp onder mijn achterste. Er kan en mag nooit een reden zijn om Europa op te geven, want voor mensen is vrede het belangrijkste.


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :
Voor uitleg over de foto bovenaan: lees hier.