zaterdag 8 juni 2013

Werken aan ons geluk

'Waarom is het zo moeilijk om gelukkig te worden' is de ondertitel van een boek van Michael Foley. Het favoriete boek van Tom Barman (dEUS) - zo staat het prominent op de kaft - heeft als hoofdtitel 'Absurde overvloed'. De oorspronkelijke Engelse titel legt de klemtoon enigszins anders. 'The Age of Absurdity' legt meer accent op de absurditeit dan op de overvloed.

Als het er om gaat gelukkig te worden wil ik nog graag een inspanning doen. De hemelse staat van gelukzaligheid heb ik nog niet bereikt, maar dat wil niet zeggen dat ik alle hoop heb verloren. Een boek lezen over de kwestie is in dit licht een kleine moeite. Alle baten helpen.

Ik heb er al enkele gelezen in deze categorie, en ik beken eerlijk dat dit boek boven vele andere uitsteekt. Michael Foley weet waarover hij schrijft, hij doet dat met plezier en zwier - volgens de achterflap is hij ook dichter en romanschrijver, hij kan dus goed met woorden en zinnen overweg - maar gaat naar de kern op een scherpe, verbazend rechtlijnige wijze.

Wat is de betekenis van 'absurd', van 'absurditeit' ? Van Dale gebruikt 'dwaas', 'onnozel' als verklarende woorden, 'strijdig met de rede'.  Ik zou er ook het aspect 'zinloosheid' aan toevoegen, met een snuifje grappigheid zoals in 'belachelijk'.

Het is wel gedurfd om het woord 'absurd' te gebruiken voor essentiële levensdomeinen. Nochtans zijn er hoofdstukken in het boek over de absurditeit van geluk, de absurditeit van het werk, de absurditeit van de liefde, de absurditeit van ouder worden.

Is het dan zo erg gesteld met onze levenswijze, met het leven ? Oppervlakkig gezien lijkt het boek van Foley op het boek Prediker in de Bijbel : ijdelheid der ijdelheden, alles is ijdelheid. Wie wat somber is ingesteld zou met zoveel absurditeit, zoveel belachelijke zinloosheid geneigd zijn het bijltje erbij neer te gooien.

Er is zoveel absurditeit omdat we het leven te graag aan de gemakkelijke kant nemen, zegt Foley, en omdat we teveel aandacht geven aan de 'buitenkant', de status. Over de absurditeit van het werk citeert hij Erich Fromm :
'Er is geen enkele andere periode in de geschiedenis waarin vrije mensen hun energie zo volledig in dat ene doel hebben gestopt: werk.'
Het werk is natuurlijk altijd noodzakelijk geweest om een zeker inkomen te verkrijgen. Maar de intrinsieke waarde van 'werken' is zwaar op de achtergrond geraakt ten gunste van de verblindende neveneffecten : status, auto, rijkdom, roem, macht, luxe, zekerheid... Allemaal dingen die uiteindelijk absurd zijn, van de dag op de andere kunnen wegvallen en geen diepe betekenis en zin geven aan het leven. 

Ons werken heeft steeds een bepaald doel, een resultaat dat we willen bereiken. Werken heeft een gerichtheid. Maar het essentiële is het werken zelf, de zin van het werk zit in het werk zelf. Werk dat goed gedaan wordt verschaft ons vreugde, verheffing, overstijging, vooral terwijl we met het werk bezig zijn. Een mooi resultaat is aanmoedigend maar niet noodzakelijk. De uitdaging van het werk, waarbij we telkens onze kennis en ervaring kunnen gebruiken, aangevuld met de routine die we verworven hebben, maakt het werk ten diepste zinvol voor ons. Een zinvolheid die niet te vinden is in roem, status en luxe.

We vergissen ons als we denken dat het resultaat van het werk belangrijker is dan het werk zelf. Die rijkdom, status, roem en luxe zijn slechts nevenproducten. Als we ze echter teveel waarde geven ontwaarden we de zin van het werken zelf. We worden dan meer en meer aangetrokken om werk te doen dat zeer weinig zin en betekenis in zichzelf heeft, louter omdat we zo geïnteresseerd zijn in de bijproducten ervan. We foppen onszelf dus twee keer : we doen (te veel) werk dat op zich weinig verheffends heeft, om iets te bereiken dat ook weinig zin geeft.

Het werken is een noodzakelijk kwaad geworden, een bezigheid waar we zoveel mogelijk onderuit willen komen, waar we zo gemakkelijk mogelijk van af willen geraken. We willen zo snel mogelijk naar het resultaat, het bij-effect, om uiteindelijk vast te stellen dat het allemaal een absurd gedoe is.

Het werk op zich is zinvol, belangrijk, en geeft ons de nodige voldoening. Het is het werken zelf dat de vreugde kan verschaffen, niet het resultaat. Werken in de tuin geeft voldoening, ook als de tomaten dit jaar niet veel hebben opgeleverd. Zwoegen op een Excel-sheet geeft voldoening, ook als het resultaat nog niet perfect is. Het is het lesgeven in de klas dat voldoening geeft, de interactie, ook al zullen de studenten niet allemaal geslaagd zijn voor het examen.

Het is een simpele waarheid, te gemakkelijk vergeten. Absurd eigenlijk. Werk dat gebeurt met aandacht, toewijding, inzet, wijsheid en verstand, dat is altijd verrijkend, ongeacht het resultaat. Wie het resultaat loskoppelt van het werk, en hoopt dat er een gemakkelijke binnenweg is om dat resultaat te bereiken, zal maar een beperkt plezier beleven. 

Werk beoordelen op het resultaat is dus niet slim, vooral niet je eigen werk. Het resultaat is een welkom neveneffect, het geeft ons ook richting, maar het is niet het echte doel.

Onze overdreven aandacht en focus op het resultaat, op het doel is absurd volgens Foley. Wat telt is de weg die je gaat, en hoe je die gaat. Wie die weg zo snel mogelijk wil gaan, op de meest gemakkelijke manier, zal resultaten bereiken die weinig betekenis hebben. Het doel geeft ons gerichtheid, maar het is de weg die ons gelukkig zal maken.


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

Geen opmerkingen: