dinsdag 10 april 2012

Onder uw stand leven

Vorige week, op 2 april, werd in de Verenigde Naties in New York een bijzondere vergadering georganiseerd: Welzijn en geluk - op zoek naar een nieuw economisch model (High Level Meeting on Wellbeing and Happiness: Defining a New Economic Paradigm). 

Het koninkrijk Buthan organiseerde deze vergadering. Het land is de zogenaamde uitvinder van het concept "Bruto Nationaal Geluk". Hiermee richt het zijn beleid al vele jaren op het vergroten van het welzijn en geluk van zijn inwoners, in plaats van zich zoals gewoonlijk te concentreren op economische groei, op het Bruto Nationaal Product.

Het land is er al in geslaagd om een Resolutie (65/309) te laten goedkeuren door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties vorig jaar op 19 juli 2011: Happiness: towards a holistic approach to development.

Groot-Brittannië en Frankrijk vinden het concept van Bruto Nationaal Geluk interessant genoeg om het in eigen land door hooggeplaatste werkgroepen te laten bestuderen. (Zie een vroegere blog)

Niet iedereen is echter al gewonnen om de switch te maken naar happinomics. Een moeilijk punt in de hele discussie is steevast de vraag in welke mate een groter inkomen ook leidt tot een groter geluk. Velen zeggen dat rijkere landen gelukkiger zijn dan arme landen, zoals rijke mensen ook gelukkiger zijn dan arme mensen. Voor hen is de conclusie eenvoudig: zorg dat de economie kan groeien, en een toename van het geluk krijg je er automatisch bij.  

Op het eerste gezicht lijkt deze bewering juist te zijn, maar dat is het niet. Het uitstekende boek "The Spirit Level. Why Equality is Better for Everyone" van Richard Wilkinson en Kate Pickett maakt duidelijk dat vanaf een bepaald niveau van rijkdom het geluk niet meer toeneemt. Heel rijke mensen zijn niet gelukkiger dan gewoon welstellende mensen. Dat geldt voor mensen zowel als voor landen.

Wilkinson en Pickett stelden vast dat er een andere verklaring voor het geluk is dan de rijkdom: gelijkheid. Landen met meer gelijkheid (zoals de West-Europese en Scandinavische landen, maar ook Japan bijvoorbeeld) kennen een gemiddeld hoger niveau van welzijn en geluk dan landen met grote ongelijkheid (zoals de Verenigde Staten). Wilkinson en Picket stellen dus voor om de gemiddelde rijkdom beter te verdelen in plaats van ze te verhogen.

De stelling dat veel geld niet gelukkiger maakt wordt ook onderschreven door alle wetenschappelijke onderzoekers in het boek "Geluk. The World Book of Happinness". Onder meer de Belg Philippe Van Parijs schrijft er in:
Zo is het wijs om uit de greep te blijven van de 'luxekoorts', de destructieve wedloop om steeds meer buitensporige materiële consumptie, door een soberder smaak te ontwikkelen en zo een gelukkig leven te leiden onder onze stand.
Onder onze stand. Zo zegt Van Parijs het, en daarmee zegt hij het veel scherper dan in het gezegde: "Niet boven je stand leven". Knap. 

Nota: ook op 2 april verscheen de eerste editie van het World Happiness Report van de Verenigde Naties. Je kan het lezen op de website van het Earth Institute.


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

zondag 8 april 2012

De steen was al weggerold

Vandaag is het Pasen ! Marcus vertelt hoe drie vrouwen, Maria uit Magdala, Maria de moeder van Jakobus en Salome naar het graf van Jezus gaan.
Op de eerste dag van de week gingen ze heel vroeg in de ochtend, vlak na zonsopgang, naar het graf. Ze zeiden tegen elkaar: "Wie zal voor ons de steen voor de ingang van het graf wegrollen?" Maar toen ze opkeken, zagen ze dat de steen al was weggerold; het was een heel grote steen.
Misschien is dat ook Pasen : loskomen van het harde werken. Opkijken, en zien dat de steen weg is.

Zalig Pasen !


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

zaterdag 7 april 2012

Wat we willen en wat we hebben

In het boek “Geluk. The World Book of Happiness” van Leo Bormans heeft ook de Belg Philippe Van Parijs een bijdrage geschreven. Van Parijs is niet zo bekend, maar studeren en doceren kan hij als de beste. Aan universiteiten overal in de wereld heeft hij lesgegeven. Hij woont in Brussel.

Wat hij schrijft in het boek is merkwaardig omdat het afwijkt van wat de meeste andere onderzoekers hebben geschreven. Philippe Van Parijs zegt niet dat we een gelukkig leven moeten nastreven, maar een goed leven. Dat is de opdracht voor elke mens individueel.

Evenmin vindt hij dat we op collectief vlak een gelukkige maatschappij moeten nastreven. Wel moeten we ijveren voor een zo rechtvaardig mogelijke samenleving. Het is geen garantie dat iedereen dan gelukkiger zal zijn maar het schept wel de meeste kansen daartoe.

Als we binnen deze grenzen gelukkiger willen worden, dan zijn er volgens hem slechts twee manieren:
door wat we hebben dichter te brengen bij wat we willen, en 
door wat we willen dichter te brengen bij wat we hebben.
Van Parijs heeft veel filosofie gestudeerd, en dat is er aan te merken bij dit soort zinnen. We moeten trachten om onze verlangens meer in overeenstemming te brengen met wat we al hebben, en omgekeerd. Voor hem geldt deze regel voor alle aspecten van ons leven. Niet enkel voor de materiële goederen, maar ook voor onze ambities in de liefde, op het werk, voor het goede doel. Geluk wordt dan een deel of een neveneffect van het feit dat we een leven leiden dat wij goed vinden.
Wie weet is het wel niet zo belangrijk dat ons leven minder gelukkig is dan het had kunnen zijn, zolang het volgens onze eigen maatstaven maar goed of zo goed mogelijk is.
Veel dingen die ons leven goed maken, zullen pas zichtbaar worden of in vervulling gaan als wij er niet meer zijn. We zullen het dus niet weten. Maar we kunnen het wel hopen. En als we dat doen, kunnen we het geluk vinden. Niet omdat we het zochten, maar omdat het gewoon een welkom neveneffect is van doen wat we dachten te moeten doen.


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

vrijdag 6 april 2012

Extraverte mensen zijn gelukkiger ?

Al ben ik geen wereldleider, ik heb ook het boek gekregen dat alle wereldleiders cadeau kregen. Het boek 'Geluk. The World Book of Happiness' van Leo Bormans is voor hen door Herman Van Rompuy persoonlijk op de post gedaan. Voor mij was het minder prozaïsch: er zat een bon in mijn krant voor een gratis exemplaar bij de boekhandel met dezelfde naam als mijn krant.

Leo Bormans heeft voor dit boek aan honderd wetenschappelijke onderzoekers – in het domein van het geluk – gevraagd om in maximaal duizend woorden hun werk samen te vatten als een boodschap aan de wereld.

Het resultaat is de moeite. Het meest merkwaardige is dat er niet honderd keer eenzelfde boodschap wordt verkondigd. Allerlei verschillende en onverwachte aspecten passeren de revue: oprechtheid, vergevingsgezindheid, de sociale kring, het belang van sport, vertrouwen, intimiteit, en nog enorm veel meer. Er zijn duidelijk meerdere wegen mogelijk om geluk te vinden, én de invulling die aan geluk wordt gegeven is niet overal hetzelfde. Amerikanen zullen sommige aspecten van geluk anders invullen dan Chinezen.

Eén aspect is mij tijdens het lezen speciaal opgevallen. Verschillende wetenschappers schrijven dat er een sterk verband is tussen extravertheid en geluk. Ik citeer enkele zinnen.
  • Onderzoek bij Iraanse studenten heeft uitgewezen dat atleten een extravertere persoonlijkheid hebben en gelukkiger zijn dan niet-atleten. Bovendien is er ook bij de groep van niet-atleten een sterk verband tussen extravertheid en geluk. (Vahid Sari-Saraf, Iran)
  • Ontwikkel een extraverte, sociale persoonlijkheid. Gelukkige mensen zijn bijzonder extravert en vriendelijk. (Gary T. Reker, Canada)
  • Extraverte personen maken efficiëntere keuzes (zoals sociale steun zoeken) ; extraverte personen hechten meer belang aan positieve ervaringen ; grote extravertheid zal het geluk bevorderen. (Katja Uglanova, Rusland)
  • Er zijn enkele psychologische factoren die geluk duidelijk in de hand werken, onder meer extravertheid. Extraverte mensen hebben een hogere geluksscore dan introverte. (Reynaldo Alarcón, Peru)
Dat is niet zo leuk om te lezen voor mensen die eerder introvert zijn, zoals ik. Er zijn in het boek veel onderzoekers die niets zeggen over dit aspect, en dat is mogelijk geruststellend. Er is zelfs een onderzoeker die schrijft:
Onderzoekers hebben vastgesteld dat extraverte mensen gelukkiger zijn dan introverte. Toch ben ikzelf introvert, maar niet ongelukkig. (Marek Blatny, Tsjechië)
Ondertussen heb ik het recente boek 'Quiet. The Power of Introverts in a World That Can't Stop Talking' van Susan Cain gelezen. Het is een zeer interessant boek over de kenmerken van introverte en extraverte persoonlijkheden. Het is duidelijk dat de termen 'introvert' of 'extravert' niet voor iedereen hetzelfde betekenen.

Ik heb wel begrepen dat extraverte mensen een aantal zaken prettig vinden die door introverte mensen niet zo ervaren worden, en omgekeerd. Een avondje alleen, een rustig weekend niets doen kan voor een introvert zeer deugddoend zijn, terwijl dat voor een extravert minder het geval zal zijn. Dat betekent dus ook dat de extraverte onderzoeker een avond feesten met veel vrienden hoger zal plaatsen op de score van geluk dan een introverte dat zou doen. Het geluksonderzoek is dus in een aantal gevallen eventueel bevooroordeeld door de persoonlijkheid van de onderzoeker.

Het is natuurlijk ook mogelijk dat een aantal onderzoekers ervan uitgaat dat extraversie te maken heeft met persoonlijkheid (= aangeleerd gedrag) en niet met temperament (=aangeboren). Dat is niet correct, het is duidelijk dat je geboren wordt als (eerder) introvert ofwel als (eerder) extravert. In eerder extraverte landen (zoals de Verenigde Staten) wordt introversie soms als een afwijking of een pathologie beschouwd die je zoveel mogelijk moet afleren. Zo'n ingesteldheid heeft zeker een effect op de vraag hoe je gelukkig kan worden.

Ik heb dus niet enkel de teksten van de verschillende onderzoekers gelezen in het boek van Leo Bormans, maar heb ook gekeken naar hun land van herkomst en hun opleiding en beroep. Omdat ik daarin soms een aanwijzing vond over het waarom van hun opvattingen.

Uiteindelijk vind ik dat de bijdragen van de Belgen tot de beste van het boek behoren (vooral dan die van Peter Adriaenssens en Philippe Van Parijs). Ik kan niet anders dan toegeven dat dit misschien een geval is van bevooroordeeld zijn. Wat me toch doet besluiten dat een mens gelukkiger is als hij thuis is, omringd door mensen die ongeveer dezelfde waarden delen. Of zou een extravert daar anders over denken ?



Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :