zondag 12 mei 2013

Feestdagen

Deze maand mei is naar jaarlijkse gewoonte weer rijkelijk voorzien van feestdagen. In tijden van crisis willen sommige mensen daar een vraagteken bij plaatsen. Begrijpelijk, want feest en crisis passen niet zo goed bij elkaar. Als ondernemingen moeten sluiten en de werkloosheid toeneemt is het niet evident om een vrolijk gezicht op te zetten. Alles heeft zijn tijd, en nu is het misschien niet de tijd om veel te gaan feesten, is hun oordeel.

Het is niet enkel omdat deze tijden zo bedrukt zijn dat we wat zuiniger zouden moeten zijn met onze feesten. Er is ook het nadrukkelijke gevoel dat we in moeilijke tijden zijn verzeild net omdat we teveel gefeest zouden hebben. De crisis zou haar oorzaak vinden in het feit dat we boven onze stand geleefd hebben, dat we het leven graag vrolijk en licht opnemen, dat we vergaten dat er ook nog gewerkt moet worden. Het geld valt immers niet zomaar uit de hemel.

Redenen genoeg dus om op te roepen tot wat meer ernst, wat meer werken en minder feesten. De conclusie ligt voor de hand: hier en daar een feestdag afschaffen. Zeg nu zelf: als we met zijn allen enkele dagen méér zouden werken, dan zouden ons land en onze economie daar zeer wel bij varen.

Ik zie het kerstfeest nog niet zo snel afgevoerd worden, maar in de maand mei zijn er volgens sommigen wel enkele kandidaten te vinden. Het feest van de arbeid bijvoorbeeld, op 1 mei: vreemd dat we dan niet zouden werken. Weg ermee. Van het feest van Hemelvaart weet niemand nog wat het betekent - is dat hetzelfde als Rerum Novarum ? -, en bovendien valt het elk jaar op een donderdag. Weg ermee. De betekenis van Pinksteren ontgaat ons ook volkomen, gelukkig valt dat feest altijd op een zondag. Maar waarom moet er dan zo nodig nog een Pinkstermaandag aangeplakt worden ? Weg ermee.

Hiermee hebben we nog een bijkomend en bikkelhard argument om het mes te zetten in die feestenhandel: het zijn bijna allemaal christelijke feestdagen. De tijd is voorbij dat we een christelijk land waren. De christenen zijn een kleine minderheid geworden, dus waarom zouden we op hun feestdagen moeten stoppen met werken? Er zijn nog andere godsdiensten in het land, en de meerderheid is trouwens helemaal niet meer religieus.

Tja, na zo'n pleidooi tegen de feestdagen is het voor mij niet eenvoudig om een ander geluid te laten horen. Het maakt wel duidelijk dat de mogelijkheid groot is dat ze effectief (gedeeltelijk) naar de prullenmand worden verwezen. Tom Naegels schrijft in De Standaard van gisteren:
Er zijn er te veel. We hebben ze niet nodig. En we zouden de productiviteit van onze economie pijnloos kunnen opdrijven, door ze allemaal af te schaffen.
Tom Naegels is niet onze Eerste Minister. Maar CD&V heeft enige tijd geleden zelf nog voorgesteld om het feest van Pinkstermaandag af te schaffen. Eveneens als middel om de crisis te lijf te gaan.

Gelukkig zijn er maar weinig politici die hun handen vuil zullen maken aan het afschaffen van feestdagen. Zelfs de Romeinen wisten al dat openbare feesten een perfect middel waren om de bevolking gunstig gestemd te houden.

En daarmee raken we de kern van de zaak. Feesten hoort bij het leven. Zoals werken. Zelfs tijdens de oorlog wordt er gefeest. Feesten kan je niet verbannen naar het weekend om te vermijden dat het werk wordt onderbroken. Want feesten is net het werk onderbreken om te herinneren en te vieren dat er nog andere dingen belangrijk zijn in het leven. Doorheen alle tijden vonden mensen het belangrijk om samen te vieren en te feesten, niet enkel als het werk gedaan was - bijvoorbeeld als de oogst binnengehaald was - maar ook om belangrijke gebeurtenissen in herinnering te brengen.

Feesten heeft veel met geschiedenis te maken - wapenstilstand bijvoorbeeld, om een neutrale feestdag te citeren. Geschiedenis die we in herinnering willen houden omdat er vandaag nog belangrijke inhoud in te vinden is. Net zoals de christelijke feestdagen van Kerstmis, Pasen, Hemelvaart. In dezelfde krant van vandaag vraagt Oscar van den Boogaard zich af wat vandaag de betekenis kan zijn van het feest van Hemelvaart:
Ik kon niet bedenken wat de zin van Hemelvaartsdag was. 's Avonds raadpleegde ik thuis een boek van de benedictijnse monnik Anselm Grün. Het was volgens hem het feest van onze bestemming. Christus is bij de Vader aangekomen. Het zou een bevrijdende boodschap moeten zijn. Want voor wie kan leven vanuit de hemel als zijn vaderland, worden veel van de dingen gerelativeerd. Als je in je hart al op je bestemming bent, dan is de weg niet meer zo inspannend.
Feesten afschaffen is geen goed idee. Feesten geven zin en betekenis aan het leven. Ze vervangen door betekenisloze bank holidays is mogelijk nog erger. Alsof de banken een feest waardig zouden zijn. Het zou alleen maar scherp stellen dat we ons leven helemaal ten dienste willen stellen van de economie en het geld. In De Kloostergang schrijft Kathleen Norris over de vele feesten die in de abdijen gevierd worden:
...stilstaan bij het mysterie van het feit dat wij tussen twee werelden leven, een die bestaat uit ruimte en tijd en een die bestaat uit belofte en verwachten.
Als je van Leuven naar Mechelen rijdt met de auto, dan zie je al van ver de toren staan van de Sint-Romboutskathedraal. Ik bedacht gisteren dat deze toren, net zoals een feestdag, economisch waarschijnlijk geen enkele waarde, geen echt nut heeft, en dat het economisch gesproken waarschijnlijk beter is om hem gewoon af te breken. Gelukkig zijn we het er toch allemaal over eens dat deze toren een feest voor onze ogen is, een feest voor de stad. Een feest dat zeker mag blijven. Hier en daar is doorgedrongen dat het pure economisch denken zijn grenzen heeft.


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

Geen opmerkingen: