maandag 20 mei 2013

We sparen ons kapot ?

Op de cover van dS Weekblad van zaterdag 18 mei staat deze tekst: 'We sparen ons kapot - Rijke burgers, arm land'. Het artikel maakt een analyse van ons spaargedrag dat volgens een aantal mensen overdreven is.

De Belgen hebben 242 miljard euro op spaarboekjes staan. In Europa zijn alleen de Duitsers nog meer verwoede spaarders. Na de Tweede Wereldoorlog werden we allen aangemoedigd om te sparen. Die tijd is echter voorbij. Ik lees:
Nochtans krijgen we nu niet meer te horen dat het slim is om onze centen 'op het boekje' te zetten. Integendeel, het is zelfs dom. Want de economie heeft dorst, maar ze kan niet aan de Grote Appel. Wat gespaard wordt, wordt niet uitgegeven, kan de nijverheid niet smeren. We menen ons te wapenen tegen de crisis, maar we verdiepen er die crisis mee.
Bovendien is de rentevoet op de spaarboekjes erg laag. Al dat sparen is dus blijkbaar tweemaal niet goed: niet goed voor de economie, en niet goed voor onszelf.

Het is vreemd dat ons sparen vandaag betiteld wordt als dom. Ik vind het immers heel verstandig dat we in onzekere tijden wat geld opzij zetten. Sparen is immers niet hetzelfde als beleggen. Als we beleggen dan is het uitdrukkelijk de bedoeling dat ons geld aangroeit. Beleggen is doorgaans voorbehouden voor wie reeds spaargeld opzij heeft staan. Beleggen houdt immers een bepaald risico in zich, dat dan weer gecompenseerd wordt door een mogelijk grotere opbrengst. Wie gewoon spaart zoekt absolute zekerheid, en aanvaardt ook een lage opbrengst. De zekerheid is prioritair boven de opbrengst.

Vandaag waait er een financiële crisis door Europa, maar de jaren na de Tweede Wereldoorlog waren ongetwijfeld veel moeilijker. Toen was sparen in orde, vandaag niet meer.

De vreemde houding ten opzichte van sparen heeft te maken met de drang om de crisis zo lang mogelijk af te wenden, zelfs te ontkennen. Als we allemaal gewoon blijven kopen en consumeren, dan gaat het wel voorbij.

De negatieve houding ten opzichte van sparen is zeker ook het gevolg van onze veranderde visie ten opzichte van geld. Geld mag niet slapen, geld moet gebruikt worden. Dit heeft natuurlijk tot excessen geleid, omdat er nu geld verdiend ging worden met geld. Op teveel cruciale plaatsen in de maatschappij verdwenen de buffers, de spaarpotjes, en werden er diepe putten gemaakt.

Een buffer is nodig omdat de toekomst altijd onzekerheid inhoudt, omdat er altijd een risico is dat een bepaald inkomen kleiner wordt of wegvalt. Het vervolg van de verdwenen buffers kennen we. Maar de handboeken economie zijn nog steeds niet herschreven. Want geld verdienen met geld is een uiterst verslavende activiteit.

De banken vinden het niet leuk dat we ons geld bij hen in bewaring geven in de vorm van spaarboekjes. Ze zeggen dat ze er niet veel mee kunnen verdienen. Ze geven er ons dus maar een kleine vergoeding voor, nog minder dan de inflatie.

Het is vreemd en erg jammer dat de banken dit normale spaargeld zo neerbuigend behandelen. Het is immers de kern, de grondstof waarmee banken werken en die hun bestaansreden is. Vandaag is het in overvloed aanwezig. Maar ze kunnen er geen grote winsten mee maken, en daar nijpt de schoen.

Onze miljarden spaarcenten zijn zeer goed te gebruiken om de economie te ondersteunen in de vorm van leningen aan bedrijven en particulieren. Maar die activiteit is niet uitzonderlijk winstgevend, ze is vermoeiend en een beetje saai...


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

Geen opmerkingen: