vrijdag 25 mei 2012

Waardevolle nutteloosheid

Heeft het zin om nutteloze zaken te bestuderen ? Een vraag die Rik Torfs zich stelt in De Standaard van 24 mei. In zijn vakdomein - kerkelijk recht en aanverwanten - noemt hij enkele voorbeelden. Ik citeer ze graag om u uit te dagen even na denken over nuttigheid.
  • het concilie van Bazel vanaf 1431
  • Joseph de Maistre (1753-1821)
  • het vormsel in de eerste helft der vijfde eeuw
Ik herinner me dat een gelijkaardige lijst te vinden was op de beginpagina's van het boek Max Havelaar van Multatuli.

Torfs zegt:
Nuttige kennis kan nutteloos worden. Wie in de jaren zeventig een held was met ponskaarten of stencilmachines weet waarover ik spreek. Nutteloze kennis daarentegen blijft nutteloos. Niemand neemt ze je af.
Nuttige kennis is vaak maar tijdelijk nuttig. Ik heb computertalen geleerd waar geen hond nog interesse voor heeft. De cursussen recht heb ik jaren geleden in de vuilbak gekieperd. Wetgeving verandert elke dag.

Dit lijkt mij een uitdaging voor ons onderwijs. Niet alle kennis die aangeleerd wordt moet nuttig zijn. Zeker niet als we 'nuttigheid' voornamelijk in economische betekenis opvatten - hoeveel het kan opbrengen.

Maar misschien is er geen andere weg om tot enige wijsheid te komen. Veel nuttige kennis vergaren om later te beseffen dat een groot deel nutteloos is. En hopelijk ook wat nutteloze kennis geleerd hebben die later zeer waardevol blijkt te zijn.



Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

Geen opmerkingen: