dinsdag 22 mei 2012

Wanneer de democratie onder druk staat

Voor wie aan de macht wil komen is een democratisch systeem het best denkbare. Eénmaal je aan de top zit zijn verkiezingen plots minder leuk. Ik denk dat Sarkozy daar meer kan over vertellen.

Verkiezingen kunnen de kaarten grondig door elkaar schudden. Als machthebber kan je de kiezers trachten te overtuigen om het huidige beleid te ondersteunen. Een veelgebruikt procédé is dan om de kiezers duidelijk te maken dat een ander beleid tot grote onzekerheid en achteruitgang zal leiden. Zeggen dus dat er geen alternatief is voor de koers die gevolgd wordt.

In De Standaard vult Joost Vandecasteele vandaag een hele column over deze vaak voorkomende werkwijze. Het is niet omdat men geen alternatief kan bedenken, dat er geen alternatief is, zegt hij.
Net zoals we decennialang geen alternatief zagen voor het steunen van Arabische dictators, want dankzij hen werden onze kusten iets meer gevrijwaard van halfdode Afrikaanse vluchtelingen. (...) Zo wordt het neoliberalisme ons als kiezer en consument als een voldongen feit gepresenteerd, met een garantie op totale chaos en anarchie mocht het ooit mislukken. Met dezelfde stelligheid verklaren burgemeesters dat geweld gewoon bij een stad hoort, alsof Singapore niet bestaat. Op dezelfde manier wordt dit Europa opgevoerd als het enige denkbare verbond en wordt elke Griek die dat dictaat niet aanvaardt, afgeschilderd als een wanhopige idioot.
Het is inderdaad opvallend dat in tijden van crisis zoals vandaag, veel meer dan vroeger de verschillende opvattingen over het best mogelijke beleid scherp worden afgelijnd. Elk vindt dat er maar één waarheid is. Zelfs de economen zijn in een tweetal duidelijk gescheiden kampen verdeeld. De enen leggen vooral de klemtoon op besparingen, de anderen zijn daar vlakaf tegen en vragen aandacht voor groei en financiële ondersteuning. Een zelfde scheidingslijn zit er ook tussen de landen in de eurozone.

De argumenten over en weer worden breed uitgesmeerd, maar wat in het oog springt is de hardnekkigheid waarmee elke groep zijn gelijk verdedigt en de opvattingen van de andere groep voorstelt als totaal onverantwoord tot soms ronduit misdadig.

Elke inwoner van Europa die een beetje naar school is geweest weet ondertussen al lang dat er geen mirakeloplossing bestaat, en dat de beste weg waarschijnlijk een evenwichtig en rechtvaardig mengsel is van de twee richtingen, bezuinigen en ondersteunen. De waarheid is nooit wit-zwart. De realiteit is veel te complex om met simpele remedies aan te pakken.

Wat we wel opmerken is het feit dat er van de situatie misbruik gemaakt wordt. Wie er altijd al warmpjes in zat en zich blauw ergerde aan de 'profiteurs' ziet immers zijn kans schoon om de parabel van de krekel en de mier nog eens boven te halen, de solidariteit af te bouwen en de zwakkeren terug op hun 'terechte' plaats weg te duwen.

Joost Vandecasteele heeft er naar het einde van zijn column een goede remedie voor:
En als de ultrarijken toch altijd op zoek zijn naar een nog beter fiscaal paradijs, laten we dan stoppen met te knielen voor hen middels onmogelijke belastingvoordelen en hen lokken met maatschappelijke en culturele voordelen. Zoals een volwaardige euthanasiewetgeving.
Ik veronderstel dat deze conclusie niet uitmunt in fijngevoeligheid. Maar dat is tegenwoordig mainstream.


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

Geen opmerkingen: