woensdag 8 april 2009

Supermarktgeloof

Het boek 'De Kardinaal heeft verdriet' van Rik Torfs is al enige jaren oud (2002), maar ik heb het nu pas in de bibliotheek van Kampenhout ontdekt.
Zijn stukjes in De Standaard lees ik doorgaans met erg veel plezier, en met een zelfde instelling ben ik aan dit boek begonnen.
Het plezier is er nog wel, maar af en toe is het wat zuur, en voel ik onverwerkt verdriet bij de auteur.
Ik citeer een stukje als voorbeeld - niet representatief dus ! Torfs vertelt over zijn wedervaren met de pastoor van 'zijn' parochie, op het ogenblik dat de begrafenis voor zijn vader moet geregeld worden (hier: het tijdstip).

Late voormiddag: het meest gepaste ogenblik om mensen die van iets verder komen - de meeste - de kans te bieden om bijtijds te arriveren.
De pastoor wil dat niet. Er zijn twee uitvaartdiensten per ochtend. Eén om tien uur, desnoods een tweede om halftwaalf. Wie eerst sterft, wordt om tien uur behandeld. De tweede om halftwaalf. Omwisselen verboden. Iedereen gelijk voor de wet. Als er maar één plechtigheid is, dan is die om tien uur. Halftwaalf? Neen. Tien uur. Of niets. (...)
Vanuit de pastorie kwam een absoluut njet.
Niemand verwacht dat de dag waarop zijn vader overlijdt, een dag van groot verdriet en gemis, tegelijk een dag is van strijd met kerkelijke functionarissen. Een collega kerkjurist poogde vergeefs Jef H. [de pastoor] tot meer soepelheid te bewegen, en contacteerde naderhand de vicaris-generaal, wiens bemiddelingspoging ook mislukte. Zelf belde ik ten einde raad - en tegen mijn principes die gelukkig niet al te talrijk zijn - de bisschop van Antwerpen, Paul Van den Berghe, en legde hem het probleem voor. Die liet een halfuurtje later weten dat ook hij H. niet had weten te overtuigen, en dwingen wilde hij hem niet. (...)
Uiteindelijk vond de uitvaartplechtigheid in een andere kerk plaats, uiterst verzorgd met vriendelijke priesters die ik heel dankbaar ben. 

Een heel verhaal - tot en met het contacteren van de bisschop - , en dit enkel omdat het uur van de uitvaart niet past.

In de bladzijden voor en na dit stukje wordt duidelijk dat Torfs de idee van vrije keuze van parochie erg genegen is. Hij pakt de afkeuring door Danneels van deze vrije keuze ('supermarktgeloof') dan ook stevig aan. Soms zijn de argumenten van Torfs lezenswaardig. Maar wat hij hierboven schrijft is jammerlijk.

Als je wil trouwen dan heb je ook geen keuze: je doet dat waar je woont, en de gemeente zal ook niet alle soepelheid aan de dag leggen inzake keuze van dag en uur. Dat is dan niet omdat de ambtenaar er plezier in vindt om de burger te treiteren, er zijn gewoon praktische en organisatorische redenen voor. Voor de begrafenis in de kerk is dat volgens mij ook.

Rik Torfs kan voor zijn zondagse vieringen in alle vrijheid naar alle mogelijke kerken gaan. Zijn keuzevrijheid is dus reeds aanzienlijk. Zelfs de begrafenis kon geregeld worden in een andere kerk dan die van zijn parochie. Ik betwijfel of er zoveel keuzemogelijkheden zijn bij een huwelijk op het gemeentehuis.

Fundamenteler is volgens mij dat geëngageerde christenen vaak menen dat ze recht hebben op een 'goede' pastoor. Uit ervaring kan ik bevestigen dat de lijst van nodige kwaliteiten lang kan zijn:
  • aandacht voor de parochianen, vooral voor de geëngageerde christenen (het is bewust dat ik dit op de eerste plaats zet...)
  • goed kunnen preken (wat niet gemakkelijk is, met zoveel soorten parochianen)
  • heel sociale instelling, veel aandacht voor de ouden van dagen en de zieken, veel aandacht voor parochiale verenigingen
  • goede administratie voeren
  • theologisch onderlegd, maar kunnen praten als een gewone mens
  • altijd beschikbaar, zelf beslissen waar nodig, maar liever zoveel mogelijk beslissingen over laten aan de geëngageerde parochianen
  • hard werken (!)
Een onmogelijke opdracht dus. Maar het is opvallend dat vele christenen daarin zéér veeleisend zijn. Hun geloof / engagement is zeer sterk gebonden aan de kwaliteiten die zij opmerken in hun pastoor.

Ik begrijp dat zeer goed, en ik vind dat tot op zekere hoogte ook normaal. Het toont een betrokkenheid die erg groot is. Ik denk dat de verwachtingen ten aanzien van de pastoor hoger zijn dan de verwachtingen ten aanzien van de burgemeester. En de teleurstelling eventueel navenant. Ook bij slimme mensen.

Toch dacht ik dat vooral zij zouden beseffen dat de parochie iets is wat je samen moet maken, met de middelen en mensen die er al dan niet zijn. Je hoeft zelfs niet echt geëngageerde medewerker te zijn, de parochie is er ook voor wie gewoon wil meedoen zonder zich speciaal voor iets in te zetten. Maar je kan er niet meer alles krijgen zoals in de gouden jaren '60. En je kan er evenmin alles krijgen / kopen zoals de pre-crisis-consument uit het begin van de 21ste eeuw het gewoon is geworden.

Het doet me denken aan een vaststelling uit de beginjaren van de TGV in Frankrijk. Plots konden de rijke kaderleden uit de rijke firma's in Parijs zich permitteren om diep in Frankrijk op het 'authentieke' platteland te gaan wonen, nu op minder dan een uur reizen van Parijs. Ze gedroegen zich navenant, meenden recht te hebben op dat charmante plaatselijke volksleven, maar wilden er zelf geen minuut in investeren.

Je kiest je buren niet, je kiest je parochie niet, je kiest niet waar je geboren bent. Het is de plaats waar je woont en je maakt er iets van: thuis, in de straat, in de wijk, in de fanfare, de ouderraad, de parochie, de gemeente. En dan nog - echt waar - dan nog kan je daaruit geen rechten puren. Zo werkt het niet, je doet het gewoon, NIET voor jezelf. En ooit zal je dan waarschijnlijk vaststellen dat je er zelf toch veel voor hebt teruggekregen.

Geen opmerkingen: