zondag 21 augustus 2011

Binden en ontbinden

Vandaag krijgt Petrus te horen : wat je op aarde bindt zal ook in de hemel gebonden zijn, en wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn. (Mt 16, 19)

Jezus spreekt zowel over het verbinden als over het ontbinden. Maar in christelijke middens wordt er doorgaans meer aandacht besteed aan het 'verbinden', omdat liefde - zo centraal in het christendom - eerder met verbinden dan met ontbinden zou te maken hebben. Het ontbinden daarentegen heeft een negatieve bijklank, van pijn, lijden, ruzie en afkeer.

Het woord ontbinden, uiteenhalen, scheiden, is al aanwezig in de eerste zinnen van de bijbel. Het is de manier waarop God de wereld schept. God scheidde het licht van de duisternis. Hij scheidde het water dat in de lucht is van het water dat op de aarde is. Hij maakte de zon en de maan en de sterren, om het licht van de duisternis te scheiden. (Gn 1, 3 e.v.) Scheiden, uiteenhalen, is een wezenlijke manier om iets tot leven te brengen, om leven mogelijk te maken.

Als mens weten we hoe elk kind in de moederschoot groeit en letterlijk verbonden is met de moeder. Maar bij de geboorte moet er - ook letterlijk - een scheiding gebeuren, een doorknippen van de streng. Het leven in het water houdt op, er begint nieuw leven met adem.

Het opgroeien van de kinderen naar volwassenheid is een heel proces van meer en meer op eigen benen staan, in elke betekenis. Op vele vlakken worden banden stilletjes aan losgemaakt. Dit is een levengevend proces, dat echter vaak met pijnlijke spanningen gepaard gaat.

In het leven van Jezus is daar ook even sprake van als hij met zijn ouders op twaalfjarige leeftijd voor het paasfeest in Jeruzalem was. Zonder zijn ouders te verwittigen bleef hij daar achter in tempel bij de rabbi's om naar hen te luisteren en vragen te stellen. Toen zijn ouders hem daar vonden – eindelijk, na drie dagen – zegden ze hem : Kind, hoe kon je ons dit aandoen, wij waren je kwijt en waren ongerust. (Lc 2, 48)

Jezus was heel zeker goed vertrouwd met situaties in gezinnen waar de banden te knellend zijn. Zijn verhaal over 'de verloren zoon' wordt soms genoemd onder de titel 'parabel van de goede vader'. Maar als we het verhaal herlezen kunnen we ons afvragen hoe het feitelijk zat met de relatie tussen die vader en zijn twee zonen. Waarom heeft de jongste zoon gevraagd om zijn deel van de erfenis al te krijgen ? Hij kon niet wachten tot zijn vader werkelijk dood was, hij moest al het geld nu al hebben. Hij wilde zijn vader eigenlijk dood...

De oudste zoon had ook een verwrongen relatie met zijn vader. Als er voor zijn broer die terugkomt een feest wordt aangelegd, dan is hij woedend op zijn vader. Ik dien u nu al zoveel jaren en nooit heb ik een gebod van u overtreden, maar mij hebt u nog nooit een bokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. (Lc 15, 29)

De relatie tussen de vader en zijn zonen moet dus niet gemakkelijk geweest zijn. Zijn zonen verstikten in het huis, en elk reageerde op zijn manier op die verstikking.

Waarom was die vader zo ? Misschien omdat er geen sprake is van een moeder ? Misschien zou het niet zo gelopen zijn moest er een moeder in het verhaal geweest zijn. Moeders hebben meer aan de lijve meegemaakt dat scheiden, loslaten en vrij maken noodzakelijk zijn om echt leven mogelijk te maken. Bovendien zou het anders-zijn van een vrouw de zonen geholpen kunnen hebben om hun eigen anders-zijn op een meer normale manier te laten ontwikkelen.

Elke mens heeft een eigen taak en betekenis in het leven. Het is de taak van elke mens om te worden wie hij eigenlijk is, te worden wie hij ten diepste is, in volle waarheid. Het is nooit de bedoeling om te worden 'zoals mijn vader', of 'zoals mijn moeder'. Het is een lange en moeilijke weg, want het is niet eenvoudig om te weten wat ons werkelijke zelf is.

Ons samenleven als mensen met mekaar heeft als belangrijkste doel om dit bij mekaar mogelijk te maken, om mekaar aan te moedigen, uit te dagen, te helpen en te ondersteunen om volledig mens te worden in die aparte, unieke betekenis.

Dan gaan we geen naasten aan ons binden, opdat ze zouden worden wat wij willen. Maar dan gaan we onze naasten loslaten, opdat ze zouden kunnen worden wie ze wezenlijk zijn.


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

Geen opmerkingen: