'Welcome in the real world' wordt ons dan gezegd. Door realisten, slimme mensen die met schijnbaar alle gemak hun idealen achter zich hebben gelaten, de wereld als het hen uitkomt nemen zoals hij is en verkondigen dat de geschiedenis geleerd heeft dat het naïef is te denken dat de mensen goed zijn.
We kennen de teleurstelling van de onbereikbaarheid van een aantal idealen. Maar moet dat dan betekenen dat we ze beter opgeven ? Is het realisme de uitweg ? Realisme in alle soorten: berusting, gelatenheid, cynisme, laksheid...
Het is een evolutie in elke mens : als jongere hebben we veel vertrouwen, in de wereld en in onszelf, en we ervaren onze mogelijkheden - ook om de wereld te verbeteren - als onbegrensd. Aan het begin van de volwassenheid slaat dat vertrouwen om, ongenuanceerd weliswaar: de begrensdheid en beperktheden van onszelf en de wereld zijn confronterend.
Stopt het dan ? Het is een vraag die doorheen heel de mensengeschiedenis gesteld is. Is idealisme naïef, enkel voor de jeugd en de dwazen ? Of is er ergens toch een reden te vinden om ook als volwassene, als normale intelligente persoon een idealist te blijven ? Mag het idealisme een plaats krijgen, ook bij de volwassenen ?
Susan Neiman antwoordt nadrukkelijk JA op deze vraag in haar boek Morele Helderheid - Goed en Kwaad in de 21ste eeuw. En als hoogleraar filosofie weet zij het ook te argumenteren. Een ganse reeks filosofen hebben hun tanden gezet in de kwestie, en Susan Neiman weet dat op een uitzonderlijk boeiende en bijna strijdlustige manier op papier te zetten.
De meest zinnige antwoorden komen volgens haar van de grote filosoof Kant, geboren in 1724 in Koningsbergen aan de Baltische zee.
In zijn visie is de weg naar volwassenheid niet alleen ontzagwekkend, maar vaak ook tragisch. Volwassenen bewandelen het smalle pad tussen hoop en wanhoop, en de erkenning dat dit met vallen en opstaan gebeurt, behoedt deze visie voor sentimentaliteit of kitsch. (Je bereikt niet altijd wat je wilt, en dat is cruciaal.) Het is juist zaak de idealen uit onze jeugd niet op te geven. Deze zijn nu evenmin naïef als ze toen waren; wat we moeten opgeven is het naïeve geloof dat ze volledig vervuld kunnen worden. De kloof die loopt tussen het zijn en het moeten is te diep om ooit volledig te worden overbrugd, maar waar we wel op kunnen hopen, is deze te versmallen. (...)
Leven tussen ideaal en werkelijkheid eist voortdurende eerlijkheid en moed, waarbij velen zullen falen.
Ik doe hier geweldig onrecht aan de genuanceerde uiteenzettingen in het boek, maar ik geniet dermate van de manier waarop Susan Neiman de cynici en sceptici genadeloos op hun zwaktes wijst dat ik er wel iets over moest schrijven.
Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :
Geen opmerkingen:
Een reactie posten