maandag 9 maart 2009

Rigiditeit

'Vandaag wordt steeds duidelijker dat flexibiliteit misschien helemaal geen troef is, maar eerder een ernstige handicap. (...)
Daaruit volgt dat de meest flexibele economieën het grootste slachtoffer van de crisis worden. Waar bedrijven makkelijk medewerkers kunnen ontslaan of waar men in een handomdraai de lonen kan verlagen, zullen de werknemers harder door de schuldinflatie worden getroffen. Zij zullen sneller hun huis en andere activa moeten verkopen, wat dan leidt tot het risico van faillissement van anderen, ook banken. (...)
Rigide economieën werd een te genereus sociale-zekerheidssysteem verweten. (...) Nu blijkt precies die ultieme bron van rigiditeit een groot voordeel te bieden. Ontslagen arbeidskrachten in de rigide landen krijgen een hogere werkloosheidsvergoeding. Dat ondersteunt de consumptie en beperkt de prijsdalingen.'

Paul De Grauwe, hoogleraar economie aan de KULeuven, in De Tijd van zaterdag 7 maart.

Ik stel vast dat het woord 'rigiditeit' destijds door de liberale beleidsmakers zeer goed in de markt gezet is. Het heeft een negatieve bijklank die hen goed uitkomt. Bij nader toezien kunnen andere woorden gebruikt worden. Voor flexibiliteit, soepelheid, kan dat ook. Ideeën en fenomenen een goed etiket geven is zeer belangrijk voor beleidsvoerders. Het kan hun politieke overtuiging op een zeer efficiënte wijze ondersteunen. De twee woorden in dit kader rigiditeit en flexibiliteit zijn zodanig gekozen dat iedereen in deze aangeboden keuze automatisch kiest voor het positieve, de flexibiliteit. Wie er als eerste in slaagt om goede woorden te geven aan een fenomeen bepaalt ook hoe de maatschappij in haar geheel erover zal denken. 

Rechtse kringen zijn beter gewapend om in deze beïnvloeding via goed gekozen woorden hun slag thuis te halen. Zij houden wel van klare taal. Linkse kringen staan van nature huiverig tegenover simplismen en verkiezen genuanceerde uitspraken; zij schieten dus tekort om in één of twee (plus en min) welgekozen woorden een idee of fenomeen te beschrijven. Zij aarzelen ook nadrukkelijk om in de vijver van 'conservatieve' waarden of religieus-klinkende begrippen te vissen, en zullen woorden als loyauteit of verbondenheid niet graag willen gebruiken. Hun arsenaal aan linkse woorden is bijgevolg erg beperkt en klinkt ondertussen soms ook oubollig (solidariteit). Een ernstige handicap !

Werk aan de winkel dus, om een beter woord te vinden dan rigiditeit om de weldaden te beschrijven van de benedictijnse constantia. Ik hoop dat mijn kinderen in de lessen economie méér leren dan de keuze tussen rigide en flexibele economieën. We hebben een samenleving nodig met fundamenten. Maar dat vereist goede woorden, en laat die best niet enkel komen van marketeers en economisten. Alleen de dingen waarvoor een woord bestaat kunnen we benoemen, be-dromen, wensen, be-ijveren.


Geen opmerkingen: