Een artikel van theoloog Stijn Van den Bossche over de kerk en de parochies in Vlaanderen heeft mij ook aan het denken gezet. Ik ben geen theoloog, verwacht dus geen theologische argumenten die mijn gedachten ondersteunen.
De aanzet is wel duidelijk: hoe moet het nu verder in Vlaanderen met een altijd verminderend aantal priesters, vooral ten aanzien van de zondagse viering. Het verminderend aantal priesters heeft immers nog andere gevolgen, het zou een schromelijke onderschatting zijn hun taak te verengen tot de zondagsmis. Het belang van een pastorale aanwezigheid - van een herder - in een gemeenschap wordt gemakkelijk vergeten.
Het probleem kan benaderd worden vanuit de priester, om te kijken hoe de werking in de parochies kan aangepast worden aan het kleiner aantal priesters. De zaak kan ook vanuit de parochies benaderd worden, door te onderzoeken op welke wijze elke parochie een zondagse viering kan hebben.
Beide benaderingen gaan misschien voorbij aan de kern van de zaak, en die kern is de zondagse viering.
Een belangrijk aspect van het Christen-zijn is het gemeenschap vormen. Mensen kunnen slechts ten diepste gelukkig worden in relatie met andere mensen, en in relatie met God, in zichzelf en in de andere.
Daarom is het beter een benadering te maken vanuit de gemeenschap die op zondag samenkomt om te vieren, te danken en te luisteren. Die zondagse gemeenschap van mensen is er niet alleen heel concreet en direct op een plaats en tijd, maar ook veel ruimer. Er is niet alleen een verbondenheid die gevierd wordt tussen de mensen die op dat ogenblik en die plaats aanwezig zijn in de kerk, maar ook met alle andere mensen die op dat ogenblik op een andere plaats in de wereld samenkomen om dezelfde vreugde te vieren. De verbondheid gaat nog verder, ook in de tijd. De gemeenschap voelt zich verantwoordelijk, erkentelijk en verbonden met al die mensen die in het verleden samen kwamen om diezelfde vreugde te vieren, en met hen die dat in de toekomst zullen doen.
Het zondagse vieren als gemeenschap heeft zijn wortels in het gemeenschap zijn doorheen de gewone dagen van de week, en het heeft er ook zijn invloed op. Er is een weldadige wisselwerking tussen het samenleven in de week en het samen vieren op zondag.
De betere benadering vertrekt dus vanuit het vieren van de zondag als Dag des Heren, door de lokale gemeenschap. Twintig mensen in een grote kerk op zondag is geen vieren van gemeenschap. Duizenden mensen samen in de basiliek van Koekelberg ter gelegenheid van een groot feest is een gemeenschapsviering, maar zonder band met de plaatselijke gemeenschap. Kenmerken van een echte zondagsviering zijn dus volgens mij:
- Een grote(re) groep mensen die samenkomen, een echte gemeenschap van mensen
- Een directe band met de plaatselijke, door-de-weekse gemeenschap
- Een samenkomst gekenmerkt door vreugde, vieren, danken, bidden en luisteren
De leefwereld van de inwoners in Vlaanderen is niet meer zoals die van honderd jaar geleden. De grenzen tussen de gemeenten en parochies vervagen, we spreken niet meer elk ons eigen dialect, het is geen wonder meer om te trouwen met iemand uit de naburige parochie. Onze lokale, wekelijkse gemeenschap is groter geworden in de laatste tientallen jaren. Dertig jaar geleden zijn de gemeenten reeds gefusioneerd. Onze gemeenschap is niet meer alleen die van Berg (ons dorp en onze parochie), maar is die van Kampenhout (onze fusiegemeente) geworden. Onze gemeenschap is groter geworden en zoveel rijker aan inhoud en mogelijkheden.
Met vertraging zien we dat de kerk meegaat in die grotere gemeenschap. Doorheen de week zijn we inwoners van Kampenhout en overschrijden we voortdurend de parochiale grenzen voor allerlei aangename of noodzakelijke bezigheden : school, bank, supermarkt, bloemenwinkel, sport, muziek enzovoort. Op zondag zet zich dat verder. Het is misschien zelfs een echte opdracht van de kerk om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de echte plaatselijke gemeenschap, en vandaag is die waarschijnlijk groter geworden dan de eigen parochie.
De positieve ervaring in de Federatie Kampenhout (vier parochies samen) is alvast het paastriduum, de periode van Witte Donderdag tot Paaszondag. De gemeenschap – in haar nieuwe, hedendaagse vorm – komt samen om te vieren. De kerk is gevuld, er wordt krachtig gezongen, er is echte samenhorigheid en gemeenschap. Niet kunstmatig, maar geworteld in een gemeenschap die ook door de week gemeenschap is. Zo zijn deze vieringen met de Federatie op hun beurt een versterking van de gemeenschap in Kampenhout.
Vanuit de vaststelling dat de lokale gemeenschap een gewijzigde invulling heeft gekregen, mag en moet de kerk ook vormen van samen vieren creëren die zo goed mogelijk aansluiten op deze nieuwe gemeenschap.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten