Toen ik ervoer dat ik in de communiteit werd aanvaard, dat mijn vergissingen nauwelijks bekritiseerd werden en mijn goede daden nauwelijks geprezen, (...)Daar moest ik even van stilstaan. Als hij zegt : mijn vergissingen werden nauwelijks bekritiseerd, dan begrijp ik dat. Het is geen goede gemeenschap waar mensen elkaar voortdurend op hun fouten wijzen.
Maar als Nouwen schrijft : dat mijn goede daden nauwelijks geprezen werden, dan stop ik even. Dat is een grote stap. Ik dacht dat het een goede praktijk was om mekaar te prijzen ?
Zit er misschien toch ergens een lastig kantje aan het iemand-prijzen ? Waar zou dat dan wel zijn ?
Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :
Geen opmerkingen:
Een reactie posten