donderdag 31 maart 2011

Genadeloos

Frédéric LenoirIn de Middeleeuwen, en nog lang daarna, was je toekomst bij voorbaat uitgestippeld. Je werd geboren als schipper, schoenmaker, bakker of molenaar, en dat zou je blijven doen en je kinderen ook.
In de periode van de Verlichting is daar verandering in gekomen. Er kwam het besef dat elke mens de mogelijkheid heeft om zijn capaciteiten te ontwikkelen, zijn talenten, zijn creativiteit, en daarmee een toekomst kan bouwen die best past bij zijn persoonlijkheid.
Tegelijk is de gedachte van de vooruitgang ontstaan: de mensheid is niet voorbestemd om te blijven zoals ze is, de wereld kan veranderd worden, verbeterd worden.
Deze evolutie heeft ons veel welvaart en voorspoed gebracht. Met een keerzijde. Frédéric Lenoir (op de foto) schrijft in zijn 'Petit traité de la vie intérieure':
Je suis toutefois inquiet quant aux dérives de cette quête dès lors que se greffe l'obligation de réussite, de performance, de réalisation de soi, et de bonheur. Dans nos sociétés (...) le but est devenu inatteignable, et le plus grave est qu'il a été présenté comme étant à la portée de tous, pour peu qu'on y mette de la volonté.
De vooruitgang, het succes, de prestatie en het bereiken van geluk zijn een verplichting geworden. Meer nog, ze worden voorgesteld als haalbaar voor iedereen, het is louter een kwestie van een beetje inzet.
De dwang om vooruitgang te boeken, resultaten te tonen is genadeloos. Elk falen, elke mislukking brengt mensen op de rand van de afgrond.

Ik lees in Klasse van april, het maandblad voor onderwijs in Vlaanderen:
Meer dan 10.000 kinderen in het basisonderwijs krijgen in juni te horen dat ze een jaartje zullen moeten overzitten. Het aantal zittenblijvers in Vlaanderen is daarmee een van de hoogste van heel Europa. In Finland doet geen énkele leerling zijn jaar over.
Het woord 'genadeloos' leek mij hier eveneens van toepassing. Klasse schrijft immers verder:
  • Wie blijft zitten in het eerste leerjaar is zijn voorsprong voor rekenen en technisch lezen in het tweede leerjaar al kwijt.
  • Zittenblijvers hebben minder zelfvertrouwen en voelen zich tot in het zesde leerjaar slechter op school.
  • Zittenblijvers zijn niet populair bij hun klasgenoten.
Met een beetje wilskracht kan je alles bereiken? Het is een genadeloze gedachte! Wat wilde je trouwens bereiken?


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

woensdag 30 maart 2011

Minder ongelijkheid

Vandaag zat in mijn krant een forse bijlage over Broederlijk Delen. 'Maak ons overbodig' is de slogan, met een nieuwe look, ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan.

Solidariteit met het Zuiden. Delen van onze overvloed, dat is de bedoeling. Niet alles voor onszelf houden, niet altijd méér willen.

Helpt het iets, die solidariteit ? Helpt het de wereld vooruit als we de ongelijkheid verkleinen ? Of is het eerder te beschouwen als een balsem op onze ziel, om ons geweten te sussen ?

Toevallig staat vandaag ook een interview met Richard Wilkinson in De Standaard. Hij heeft een boek geschreven over de kwalijke gevolgen van ongelijkheid in de samenleving, 'The Spirit Level. Why Equality is Better for Everyone'.

Ongelijkheid kan gemeten worden door het inkomen van de 20% rijkste gezinnen van een land te vergelijken met dat van de 20% armste gezinnen. Japan en de Scandinavische landen hebben weinig ongelijkheid: de rijkste 20% zijn maar vier keer rijker dan de armste 20%. De VS daarentegen kent een grote ongelijkheid, daar is de verhouding meer dan acht keer rijker. België zit nog niet aan vijf.

Wilkinson heeft vastgesteld dat een grote ongelijkheid vele problemen doet ontstaan en in stand houdt. De Standaard schrijft over de landen met grote ongelijkheid :
Naast de VS waren dat Groot-Brittannië, Nieuw-Zeeland, Australië en Portugal. En dat levert hen een rist problemen op. Zij kampen veel vaker met allerlei maatschappelijke kwalen, zoals kindersterfte, criminaliteit en obesitas, dan landen met meer gelijkheid. Maar er komt ook meer druggebruik, depressiviteit en wantrouwen in de maatschappij voor.
Voor Wilkinson is het duidelijk: we moeten niet in de eerste plaats de gemiddelde rijkdom van ons land verhogen. We moeten er voor zorgen dat de rijkdom beter, gelijker verdeeld is. Wilkinson zegt:
De mens houdt van nature niet van ongelijkheid. Als je kijkt hoe het in de Middeleeuwen was, met de almacht van de elite, en ziet welke weg we hebben afgelegd tot nu, dan stel je vast dat we steeds meer tegen die ongelijkheid ingegaan zijn.
De wereld zal er ook baat bij hebben als de ongelijkheid tussen de verschillende landen verkleint. Dus toch maar: solidariteit.

(De cartoon bovenaan staat op blz. 2 van het boek.)
(spirit-level: waterpas)


Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

zaterdag 26 maart 2011

Ja, maar...

Leven of overleven ? De keuze is snel gemaakt. We gaan voor het leven, voluit. Want overleven, dat is geen echt leven.

Het verschil tussen beide zit in vele dingen, maar allicht toch meest in het al dan niet hebben van vertrouwen. Vertrouwen (kunnen) hebben in het leven. 'Ja' zeggen, zonder 'maar'.

Thierry Janssen vertelt in zijn boek La maladie a-t-elle un sens? hoe een van zijn patienten wilde proberen om geen zinnen meer te beginnen met 'Ja, maar...'. Want achter elke 'maar' schuilt er een negatieve bedoeling.
"C'est une manière d'éviter ce que nous craignons. C'est rester en dehors de l'expérience."
Hij wilde leren om 'ja, en' te zeggen. Om open te staan voor wat zich aandient in het leven, om het leven positiever te bekijken. Om terug te gaan leven in plaats van te overleven.

Wie weinig vertrouwen heeft, leeft in de verdediging en wordt verkrampt. Thierry Janssen is een therapeut en ex-chirurg, hij weet als geneesheer welke fysieke gevolgen zo'n houding voor een mens kan hebben. Overleven is geen leven.

Tegelijk wijst hij er op dat het zinnetje 'ja, maar' zeer vaak gebruikt wordt. Niet alleen bij de grote levensvraagstukken. Maar veel meer nog als scherm rond onze alledaagse ergernissen, angsten en frustraties. We hebben er alle belang bij om onszelf op dat vlak wat beter te leren kennen.

Ik zal er aan denken als een collega enthousiast komt vertellen over een nieuw idee, en ik uit beleefdheid antwoord met "Ja, ...".

Of zou ik in het verleden te vaak 'Ja, maar' gezegd hebben, en is dat dus de reden dat er niemand nog bij mij langskomt met een nieuw idee ?



Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

woensdag 23 maart 2011

Als alles misloopt - vervolg

U weet nog dat ik de vorige blog halverwege heb afgebroken om u de kans te geven zelf even na te denken over wat u zou zeggen of doen om het meisje te troosten. Ze was zwaar aangeslagen omdat ze in een zwemwedstrijd gediskwalificeerd was.

(Lees eerst de vorige blog vooraleer verder te lezen.)

Hoe loopt het verhaal af ?

Oma ging zitten op de trap, naast het meisje. Ze legde haar arm om het meisje heen en bleef zo rustig zitten. Na een tijdje leunde het meisje met haar hoofd tegen oma's schouder. Wat later gaf oma haar een zoen op het hoofd en zei: "Ik weet hoe hard je je best doet voor het zwemmen, lieverd. Het is erg om gediskwalificeerd te worden."

Toen begon het meisje te wenen. Oma bleef zitten met haar arm rond het meisje, zonder iets te zeggen. Uiteindelijk droogde het meisje haar tranen af, keek naar oma en zei: "Dankjewel, oma."

--- ---

Wat oma hier deed is niet ingewikkeld maar wel uitzonderlijk. Want het is niet gemakkelijk. Oma gaf empathie. Oma had goed geluisterd naar wat haar kleindochter nodig had: vertrouwen, ook al is er iets fout gegaan.

We leren best van onze fouten als we er niet op afgerekend worden, maar integendeel toch vertrouwen krijgen. Dan voelen we ons goed om weer op te staan en het opnieuw te proberen. Bregman schrijft :
When I sit with you in your mistake or failure without trying to change anything, I'm letting you know that you're okay, even when you don't perform. And, counter-intuitively, feeling okay about yourself - when you fail - makes you feel good enough to get up and try again.
Het is eenvoudig, zegt Bregman. Luister gewoon. Onderbreek niet, geef geen advies, zeg niet dat het wel in orde komt. Probeer niet het probleem op te lossen. Wees niet bang van wat stilte. Luister gewoon. En na enige tijd kan je zeggen wat je hoorde zeggen, zeggen wat je voelt dat de ander voelt.

--- ---

Toen het meisje later op de avond goedenacht kwam zeggen vroeg Bregman haar hoe ze zich voelde. "Rot", zei ze. Hij wilde antwoorden dat het OK was, dat ze zich 's anderendaags veel beter zou voelen, dat het de volgende keer zeker zou lukken...

Gelukkig kon hij zich inhouden en volstaan met te zeggen : "Ik begrijp het, het is rot."



Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :

Als alles misloopt

Peter Bregman vertelt in zijn blog van enkele dagen geleden over het 9-jaar oude dochtertje van vrienden. Een prima zwemster die erg veel oefent en regelmatig als eerste eindigt. Na een wedstrijd komt ze terug thuis, zet zich op de trap en staart diep ongelukkig voor zich uit. "Ik ben gediskwalificeerd: een fractie van een seconde te vroeg in het water gedoken."

Bregman die met zijn vrouw op bezoek is bij de vrienden beschrijft hoe de ouders van het meisje, hijzelf en zijn vrouw zich inspannen om het meisje op te beuren.

"Er komen nog veel wedstrijden..."
"Je bent zeer goed bezig, je wil geen seconde verliezen: dat is de correcte aanpak. Je zal er altijd beter in worden..."
"Elke zwemmer heeft dat al eens voor, zo gaat dat nu eenmaal..."
"De trainer zal je zeker helpen om het volgende keer beter te doen..."

Maar niets van dit alles heeft enig effect. Het meisje reageert niet en blijft wezenloos voor zich uit staren.

Dan komt oma erbij.

Hier wil ik graag het verhaal onderbreken. Oma slaagt er wel in om bij haar kleinkind een verandering te bereiken.

Misschien bent u een oma ? Wat zou u zeggen of doen ? Laat het weten in een reactie op dit bericht.

In de volgende blog vertel ik de rest van het verhaal.



Misschien vind je de volgende teksten ook interessant :