'Ik reisde eerst vooral met mensen die ik niet kende. Later met mijn dochters, als ze al wat ouder waren. Overdag mochten ze niet spreken met mij, moesten ze mij met rust laten. Il wil nadenken en zien hoe de mensen leven. Als je de hele tijd praat over dingen die je kent, blijf je beter thuis. Wat ik opmerk, schrijf ik op. 's Avonds aan het kampvuur, dan praat ik wel.
In 1985 ben ik voor het eerst met twee vriendinnen gaan reizen: Anne Solvay en barones Michèle Velge uit Antwerpen. Naar Jemen, te voet van dorp tot dorp, bij primitieve stammen. Vanaf dan hebben we samen de wereld afgereisd. Dat creëert een bijzondere vriendschap. Mevrouw Solvay is in de tachtig en belt nog geregeld: 'Wanneer zijn we weg? Waar gaan we naartoe?' Ze wil nog steeds de natuur in. En ze kan nog goed stappen. (...)
Al die tijd was mijn grootste drijfveer op zoek gaan naar mensen die nooit in contact geweest zijn met de civilisatie. Ik ben katholiek opgevoed en wilde weten hoe zij leven, wat ze eten, wanneer ze slapen en opstaan, hoe ze denken en geloven. Godsdienst is zuiver geografisch bepaald. Maar wat leeft er bij mensen die nooit iets geleerd hebben van anderen ? Die louter leven in de natuur? Wij denken op een bepaalde manier omdat we hier geboren zijn. Maar waar ligt de waarheid, de essentie? Misschien hier bij ons, al ben ik daar niet zo zeker van. Het enige gemeenschappelijk dat ik misschien gevonden heb, is hoop op een hiernamaals. Dat vind je haast overal. (...)
'Slapen op matten. Uren stappen. Stilte. Stoppen, kijken en luisteren. Een vorm van meditatie ? Ik denk het wel. Voor jezelf uitmaken wat er is. Men zegt : god. Maar het is zoeken voor jezelf. Ik twijfel. Ik neig naar het wereldbeeld van de indianen, bij wie ik vaak was. Een geloof in de sterkte van de natuur. Ook mijn collectie precolumbiaanse kunst heeft me doen inzien hoe fantastisch de indianen zijn, hoe ze verbonden zijn met de natuur.'
Het mooiste wat er bestaat, is niet wat de mensen maar wat de natuur gemaakt heeft. Een prachtige boom daar stop ik voor. De kracht die daar in zit, ongelooflijk. Er zijn mensen die medicijnen nemen, ik raak boomstammen aan en zeg: geef mij uw kracht. Ik spreek met de bomen, ja. Van de indianen geleerd. (...)
In juli gaan we naar het noorden van Zweden, waar de Lappen van Zweden, Finland en Noorwegen samenkomen. Ze ijveren om hun gronden terug te krijgen wat nooit zal lukken want in de ondergrond zit gas en olie. Maar ik wil het wel meemaken. We gaan een groot gedeelte te voet afleggen en slapen doen we natuurlijk in tenten.'
Dora Janssen-Arts (echtgenote van de overleden dokter en ondernemer Paul Janssen) is 72 jaar. Reizen is voor haar losbreken van een leven in grote welstand. Dit interview staat in Sabato (bijlage van De Tijd) van zaterdag 7 februari.
zondag 8 februari 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten